Limburger Koerier/Jaargang 89/Nummer 298/Hoe helpen we de huishouding
‘Hoe helpen we de huishouding? Initiatief van de Heerlensche Huishoudschool’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Limburger Koerier, donderdag 20 december 1934, p. 11. Publiek domein. |
HOE HELPEN WE DE HUISHOUDING?
Initiatief van de Heerlensche Huishoudschool.
Op Vrijdag 16 Nov. j.l. werd in tegenwoordigheid van Z. E. Prof. dr. Slotemaker de Bruïne de eerste vergadering gehouden van de Commissie inzake huishoudelijke voorlichting.
Het doel van deze commissie is — om de woorden van Z. E. te gebruiken — de huismoeders te leeren met haar geld te doen, wat ze tot nu toe meenden daarmede niet te kunnen doen”; dus m.a.w. in deze moeilijke tijden te trachten die kennis en kunde bij te brengen, die de vrouw noodig heeft om een maximum profijt te hebben van haar uitgaven.
Dit is, in het kort, de opzet van de sociale voorziening, die het ministerie van sociale aangelegenheden zich ook voor het huishouden gedacht heeft in de wintermaanden.
Wanneer men een boek over staathuishoudkunde opslaat, zal men daarin dikwijls het huishouden van den staat vergeleken zien met het gezins-huishouden. Een vergelijking, die voor de hand ligt. Want in kleiner proporties moet in ieder gezin hetzelfde evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten bereikt worden als in het groote huishouden van den staat.
In deze tijden gaat dat natuurlijk nog veel meer op, want terwijl de uitgaven niet noemenswaard dalen, en soms zelfs stijgen, boeren de inkomsten geducht achteruit. Er is steeds meer kunde, inzicht en handigheid noodig om de huishoudelijke balans te laten kloppen. En nu gebeurt het veelvuldig, en vooral in streken waar de levensstandaard laag is, dat met geforceerde middelen getracht wordt de begrooting sluitend te maken. Men ontzegt zich allerlei dingen. En naarmate men minder zaken heeft, die men zich ontzeggen kan, neemt men zijn toevlucht tot belangrijker levensbenoodigdheden. Men komt er toe — onkundig als nog veel menschen zijn omtrent de voedingseischen — het evenwicht in de voeding, uitgedrukt in vitaminen, te verbreken. Zeer eenzijdig en gevaarlijk voor het gestel, vooral van kinderen, stelt men zich bijvoorbeeld tevreden met broodvoeding. Zoowel in de Belgische Borinage als in de Duitsche en Nederlandsche mijnstreek komt dit soort ondervoeding veel voor. Niet alleen zal deze eenzijdige voeding niet nalaten nadeelige werking op de gezondheid uit te oefenen, maar zij zal bovendien de zuinigheid op ontstellende wijze bedriegen. Op den duur wordt uitsluitend broodvoeding duurder dan ’n practische voedingsverdeeling over noodzakelijke levensvitaminen.
De groote en funeste levensleer die in deze dagen voortdurend te leeren valt is, dat de wijsheid herhaaldelijk, door de zuinigheid bedrogen wordt. Een cursus in zuinig en doelmatig huishouden is daarom zeer op zijn plaats. En het is een zeer goede gedachte van het bestuur van de Huishoudschool te Heerlen een dergelijk initiatief voor de mijnstreek te willen nemen.
Hoe helpen we de huishouding in deze moeilijke tijden? Misschien nog het best door haar te leeren goed en zuinig te leven. Goed en gezond leven wil nog lang niet zeggen duur leven. Er zijn goedkoope voedingsmiddelen, die relatief meer genot en nut schenken dan dure. Het spreekt vanzelf dat voor het slagen van den opzet van dit ondernemen belangstelling en wel ruime belangstelling noodig is. Maar dit spreekt toch eigenlijk wel van zelf nu steeds meer menschen zich suf prakkezeeren op welke manier de eindjes aan een te knoopen. Het bestuur van de huishoudschool is bereid demonstratielessen te geven in het koken voor huisvrouwen van alle gezindten. Deze zullen in speciale lokalen gegeven worden. Men dient zich echter zoo spoedig mogelijk op te geven bij de woninginspectrices, en in de parochies bij de geestelijke autoriteiten, zooals gezegd voor alle gezindten.