Merian - Metamorphosis (1705)/52
← 51. Zoete-boontjes | Metamorphosis insectorum Surinamensium. Ofte Verandering der Surinaamsche insecten. (1705) door Maria Sibylla Merian | 53. Mispel-Boom → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gerard Valk. |
52VERANDERING DER SURINAAMSCHE INSECTEN.
DE LII. AFBEELDING.
APpels van China-Boomen, wassen in Surinaame zeer hoog, als de hoogste Appel-Boomen in Europa, de bladen zyn blinkende groen, de bloeisel wit, en stark van reuk; de vrucht Oraniën-geel, en van zeer aangenamen smaak.
De Rupsen, die ik op deze Boomen vond, eetende des zelfs bladen, zyn groen met een geele streep over het lyf, op elk lid hebben se vier ronde Oraniën-geele Corallen, rondom met hairtjes bezet; Den 18. February hebben se een okerverwig gespinst gemaakt, gelyk onder tusschen de steelen legt, den 11. Maart quamen schoone groote Uilen daar uit, hebbende op elken vleugel een plek als van Moscovisch Glas, waren snel in 't vliegen, drie dagen daar na, leiden se tien witte Eijertjens.
Dezer Rupsen vind men veel, worden zo dik dat se rollen, komen driemaal in 't Jaar, sy spinnen een starken draat, 't welk my tot die gedachten bracht, dat het goede zyde was, heb derhalven eenige vergadert en naar Holland gezonden, alwaar sy is goed bevonden, alzo dat indien iemand de moeite wilde nemen om deze Rupsen te vergaderen, die zoude goede Zyde en groot profyt konnen te weege brengen.
Dit is de Aurantium Olysiponense van Ferrarius en de Malus Arantia Lusitanica Horti Reg, Paris.