Mythologische verhalen (Fabulae) 1-50

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
< Mythologische verhalen (Fabulae)

1. Themisto[bewerken]

Athamas, de zoon van Aeolus, had bij zijn echtgenote Nebula een zoon Phrixus en een dochter Helle, bij Themisto, de dochter van Hypseus, twee zonen Sphincius en Orchomenus, en bij Ino, de dochter van Cadmus, twee zonen Learchus en Melicertes. Themisto wilde de zonen van Ino doden, omdat die haar van haar huwelijk had beroofd. Daarom verborg ze zich heimelijk in het paleis en toen de gelegenheid zich voordeed doodde ze, in de mening de zonen van haar vijandin te doden, zonder het te weten haar eigen zonen. Ze was misleid door de voedster omdat zij hen de verkeerde kleren had aangetrokken. Toen Themisto begrepen had wat er was gebeurd, doodde ze zichzelf.

2. Ino[bewerken]

Ino, de dochter van Cadmus en Harmonia, wilde Phrixus en Helle, de nakomelingen van Nebula, doden. Daarom beraamde ze samen met de vrouwen van haar hele familie een plan en belegde ze een complot dat ze het graan dat ze gaf om te zaaien, zouden roosteren zodat het niet zou ontkiemen. De bedoeling was dat er onvruchtbaarheid en schaarste aan graan zou ontstaan en de hele bevolking deels door honger en deels door ziekte zou omkomen. Om het orakel hierover te raadplegen stuurde Athamas een dienaar naar Delphi. Maar Ino gaf hem opdracht het valse antwoord terug te brengen, dat als hij Phrixus zou offeren aan Jupiter, dat er dan een einde zou komen aan de pest. Toen Athamas had geweigerd dat te doen, beloofde Phrixus uit eigen beweging en bereidwillig dat hij in zijn eentje de bevolking van de ellende zou verlossen. Toen hij daarom met hoofdband versierd naar het altaar werd geleid, onthulde de dienaar uit medelijden met de jongeman aan Athamas het plan van Ino. De koning begreep de misdaad en leverde zijn echtgenote Ino en haar zoon Melicertes aan Phrixus uit om te doden. Toen hij hun ter dood wilde brengen, hulde vader Bacchus hem in een nevel en redde zijn voedster Ino. Athamas doodde later, nadat hij door Jupiter met waanzin was getroffen, zijn zoon Learchus. Maar Ino stortte zich met haar zoon Melicertes in zee. Bacchus wilde dat zij Leucothea werd genoemd en Melicertes de god Palaemon,, maar wij noemen haar Mater Matuta en hem Portunus. Voor hem worden om de vier jaar sportwedstrijden gehouden die de Isthmische spelen worden genoemd.

3. Phrixus[bewerken]

Phrixus en Helle werden door Bacchus met waanzin geslagen toen ze in een bos dwaalden. Hun moeder Nebula kwam daarheen, zo wordt verteld, en bracht een vergulde ram mee, een zoon van Neptunus en Theophane, en beval haar kinderen daar op te klimmen, naar Colchis te vliegen naar koning Aeetes, de zoon van de Zon, en daar de ram aan Mars te offeren. Naar wordt verteld, gebeurde het volgende: toen ze op hem waren geklommen en de ram hen naar de zee had gebracht, viel Helle van de ram af, waarnaar de zee de Hellespont werd genoemd, maar Phrixus bracht hij naar Colchis. Die offerde daar de ram volgens de opdracht van zijn moeder en plaatste zijn vergulde vacht in de tempel van Mars. Naar wordt verteld, kwam Jason, de zoon van Aeson en Alcimede, die halen hoewel hij werd bewaakt door een draak. Aeetes ontving Phrixus echter met plezier en gaf hem zijn dochter Chalciope als vrouw. Deze kreeg later kinderen van hem. Aeetes was echter bang dat zij hem van de troon zouden stoten, omdat hij een voorspelling had gekregen dat hij moest oppassen voor de dood door een vreemdeling die de zoon was van Aeolus. Daarom doodde hij Phrixus. Maar Phrixus’ zonen, Argus, Phrontis, Melas en Cylindrus, gingen scheep om naar hun grootvader Athamas te varen. Jason pikte hen, toen hij op weg was om de vacht te halen, op als schipbreukelingen van het eiland Dia en bracht ze terug naar hun moeder Chalciope, die hem als dank bij haar zuster Medea aanbeval.

4. Ino volgens Euripides[bewerken]

Toen Athamas, koning in Thessalië, meende dat zijn vrouw Ino, bij wie hij twee zonen had, was omgekomen, trouwde hij met Themisto, de dochter van een nimf. Bij haar verwekte hij twee tweelingzonen. Later kwam hij te weten dat Ino op de Parnassus was en dat zij daar wegens de Bacchische orgiën heen was gekomen. Hij liet haar ophalen en hield haar verborgen nadat ze was teruggebracht. Themisto kwam te weten dat zij was gevonden, maar wist niet wie zij was. Ze vatte het plan op de zonen van Ino te doden. Ze maakte Ino zelf, van wie ze dacht dat het een krijgsgevangene was, deelgenoot van haar plan en zei haar dat ze haar eigen zonen witte kleren moest aantrekken en die van Ino zwarte. Ino trok echter haar eigen zonen witte kleren aan en die van Themisto donkere. Toen doodde Themisto die misleid was, haar eigen zonen. Zodra ze hier achter kwam, doodde ze zichzelf. Athamas echter doodde op de jacht in een vlaag van waanzin zijn oudste zoon Learchus, en Ino stortte zich met de jongste zoon, Melicertes, in zee en werd een godin.

5. Athamas[bewerken]

Omdat Semele met Jupiter had geslapen, was Juno haar hele geslacht vijandig gezind. Daarom doodde Athamas, de zoon van Aeolus, in een vlaag van waanzin op de jacht zijn eigen zoon met pijlen.

6. Cadmus[bewerken]

Cadmus, de zoon van Agenor en Argiope, werd getroffen door de woede van Mars omdat hij de slang die de Castalische bron bewaakte, had gedood. Eerst werden zijn kinderen omgebracht, daarna zijn hij en zijn echtgenote Harmonia, een dochter van Venus en Mars, in de streek Illyrië in slangen veranderd.

7. Antiope[bewerken]

Epaphus had Antiope, de dochter van Nycteus, verkracht door middel van een list. Daarom was zij verstoten door haar man Lycus. Vervolgens dwong Jupiter de verlaten vrouw tot seks. Dirce, de vrouw met wie Lycus daarna trouwde, dacht dat haar man achter haar rug om met Antiope naar bed was gegaan. Zij beval daarom haar slaven Antiope gevangen te nemen en in duisternis op te sluiten. Toen Antiope hoogzwanger was, vluchtte ze uit de gevangenis naar de berg Cithaeron, omdat Jupiter dat wilde. Juist op dat moment kwamen de weeën op gang en zocht ze naar een plek om te bevallen. Maar de pijn dwong haar precies op een tweesprong te baren. Herders voedden de tweeling op, alsof het hun eigen kinderen waren. Zij noemden de ene Zeton, naar het zoeken ('zetein') van een plaats, en de andere Amphion, omdat hij op een tweesprong ofwel rondom een weg ('amphi hodon') geboren was. Later herkenden zij hun moeder en beroofden ze Dirce van het leven door haar aan een stier vast te binden. Uit haar lichaam is op de berg Cithaeron een bron ontsprongen die de Dirce werd genoemd en gewijd was aan Bacchus, omdat zij een volgelinge van hem was geweest.

8. Hetzelfde verhaal volgens Euripides (nagevolgd door Ennius)[bewerken]

Antiope, de dochter van koning Nycteus van Boeotië, is zwanger gemaakt door Jupiter, omdat hij haar zo knap vond. Nycteus wilde Antiope wegens de verkrachting straffen. Maar Antiope vluchtte voor het dreigende gevaar. Toevallig kwam zij aan op de plaats waar Epaphus van Sicyon zich ophield. Nadat hij Antiope naar zijn huis had gebracht, trouwden zij. Nycteus kon dit alles niet verdragen en op zijn sterfbed smeekte hij zijn broer Lycus, aan wie hij het koningschap naliet, om Antiope haar straf niet te laten ontlopen. Na Nycteus' dood kwam Lycus naar Sicyon; hij doodde Epaphus, nam Antiope gevangen en bracht haar naar de berg Cithaeron. Antiope baarde een tweeling en liet hen achter. De tweeling werd opgevoed door een herder, die hen Zetus en Amphion heeft genoemd. Lycus had Antiope aan zijn vrouw Dirce gegeven om haar te laten martelen. Toen ze een kans kreeg om te vluchten, greep Antiope die met beide handen aan. Ze bereikte haar zonen, maar Zetus wilde haar niet ontvangen, omdat hij dacht dat zij een vluchtelinge was. Dirce werd naar dezelfde plek gevoerd tijdens een Bacchusverering. Daar had zij Antiope teruggevonden en rekte zij haar uit tot ze dood was. Maar de herder die de jongens had opgevoed, vertelde hun dat dit hun moeder was. Pijlsnel zetten zij de achtervolging in en zij bevrijdden hun moeder. Hierna doodden ze Dirce door haar met haar haren aan een stier vast te binden. Ook wilden ze Lycus doden, maar Mercurius verbood hun dat te doen. Hij beval Lycus de koninklijke macht over te geven aan Amphion.

9. Niobe[bewerken]

Amphion en Zetus, de zonen van Jupiter en Antiope (de dochter van Nycteus) omgaven op bevel van Apollo Thebe met een muur tot aan [corrupt]. Ze dreven Laius, de zoon van koning Labdacus, in ballingschap en maakten zich daar zelf meester van de heerschappij. Amphion trouwde met Niobe, de dochter van Tantalus en Dione, bij wie hij zeven zonen kreeg en evenveel dochters. Deze kinderen stelde Niobe boven die van Latona en al te hooghartig zei ze tegen Apollo en Diana dat Diana omgord was door de uitrusting van een man en dat Apollo een vrouwenjurk en lang haar droeg, en dat zij zelf Latona overtrof door het aantal zonen dat zij had. Om die reden doodde Apollo haar zonen met zijn pijlen toen ze aan het jagen waren in een bos, en Diana bracht de dochters in het paleis om met haar pijlen, behalve Chlorides. De moeder is naar men zegt bij het huilen omdat zij van haar kinderen was beroofd, in steen veranderd op de berg Sipylus, en haar tranen zouden daar vandaag de dag nog steeds stromen. Amphion echter is toen hij de tempel van Apollo wilde innemen, door Apollo met pijlen gedood.

10. Chloris[bewerken]

Chloris was degene van de zeven dochters van Niobe en Amphion die in leven was gebleven. Neleus, de zoon van Hippocoön, trouwde met haar en kreeg met haar twaalf mannelijke nakomelingen. Toen Hercules Pylos belegerde, doodde hij Neleus en tien van zijn zonen. De elfde echter, Periclymenus, werd door de hulp van zijn grootvader Neptunus in een adelaar veranderd en ontkwam aan de dood. De twaalfde was Nestor die in Troje was. Hij heeft naar men zegt drie generaties geleefd door de gunst van Apollo, want de jaren die Apollo aan de broers van Chloris had ontnomen, schonk hij aan Nestor.

11. De Niobiden[bewerken]

Tantalus, Ismenus, Eupinytus, Phaedimus, Sipylus, Damasichthon en Archenor. Neaera, Phthia, Chloris, Astycratia, [...]siboe, Eudoxa en Ogygia. Dait zijn de zonen en dochters van Niobe, de echtgenote van Amphion.

12. Pelias[bewerken]

Aan Pelias, de zoon van Cretheus en Tyro, was voorspeld dat hij een offer moest brengen aan Neptunus en dat als er dan iemand ‘monocrepis’, dat is Grieks voor ‘met één sandaal’, zou verschijnen, dat dan zijn dood nabij was. Toen Pelias de jaarlijkse offers aan Neptunus bracht, verloor Jason, de zoon van Aeson (de broer van Pelias), in zijn gretigheid om offers te brengen bij het oversteken van de rivier de Euhenus een sandaal. Omdat hij snel naar de offers wilde gaan, lette hij daar niet op. Toen Pelias dat zag, herinnerde hij zich de voorspelling van zijn lot en beval hem de vergulde huid van de ram die Phrixus aan Mars had geofferd, in Colchis bij zijn vijand koning Aeetes te gaan halen. Jason riep de leiders van Griekenland bijeen en vertrok naar Colchis.

13. Juno[bewerken]

Juno had zich bij de rivier de Euhenus in een oud vrouwtje veranderd en stond daar om de gezindheid van de mensen op de proef te stellen of ze haar de rivier de Euhenus over wilden brengen. Niemand wilde dat, maar Jason, de zoon van Aeson en Alcimede, bracht haar naar de overkant. Zij was kwaad op Pelias omdat hij het brengen van een offer aan haar had uitgesteld, en zorgde ervoor dat Jason één sandaal in de modder achterliet.

14. De verzamelde Argonauten[bewerken]

Iason de zoon van Aeson en Alcimede, dochter van Clymenes, de aanvoerder van de Thessaliërs.

Orpheus, de zoon van Oeagrus en de Muze Calliope, een Thraciër uit de stad [...]flevia, die op de berg Olympus bij de rivier de Enipeus ligt, een waarzegger en citerspeler.

Asterion, de zoon van [Pyremus ?] en Antigone, dochter van Pheres, uit de stad Pellene. Anderen zeggen dat hij de zoon is van Hyperasius uit de stad Piresia die aan de voet ligt van de berg Phylleus in Thessalië op de plaats waar twee rivieren, de Apidanus en de Enipeus samenkomen na apart van elkaar te zijn ontsprongen.

Polyphemus, de zoon van Elatus en Hippea, dochter van Antippus, een Thessaliër uit de stad Larissa, gehandicapt aan zijn voeten.

Iphiclus, de zoon van Phylacus en Periclymene, dochter van Minyas, uit Thessalië, een oom van Jason.

Admetus, de zoon van Pheres en Periclymene, dochter van Minyas, uit Thessalië, van de berg Chalcodonius waar de stad en rivier hun naam aan ontlenen. Ze zeggen dat Apollo zijn vee heeft geweid.

Eurytus en Echion, de zonen van Mercurius en Antianira, dochter van Menetus, uit de stad Alope die nu Ephese wordt genoemd. Sommige schrijvers beschouwen hen als Thessaliërs.

Aethalides, de zoon van Mercurius en Eupolemia, dochter van Myrmidon. Deze kwam uit Laryssa.

Coronus, de zoon van Caeneus, uit de stad Gyrton die in Thessalië ligt.

Deze Caeneus, de zoon van Elatus, een Magnesiër, liet zien dat de Centauren hem op geen enkele manier met een zwaard konden verwonden, maar door de stammen van bomen in een wig bijeen te brengen; sommigen zeggen dat hij een vrouw is geweest aan wie Neptunus op haar verzoek omdat hij seks met haar wenste, gegeven zou hebben dat zij veranderde in de gedaante van een jongeman en door geen enkele zwaardstoot kon worden gedood. Maar dat is nooit gebeurd en het is onmogelijk dat een sterveling niet door een zwaard kan worden gedood of van een vrouw in een man kan veranderen.

Mopsus, de zoon van Ampycus en Chloris. Deze was onderwezen in de voorspellingskunst door Apollo en kwam uit Oechalië, of zoals sommigen denken uit Titarion.

Eurydamas, de zoon van Irus en Demonassa. Anderen noemen hem de zoon van Ctimenus, die in de stad Dolopeis aan het Xyniusmeer woonde.

Theseus, de zoon van Aegeus en Aethra, dochter van Pittheus, uit Troezen; anderen zeggen uit Athene.

Pirithoüs, de zoon van Ixion, de broer van de Centauren, een Thessaliër.

Menoetius, de zoon van Actor, uit Opus.

Eribotes, de zoon van Teleon, uit [...].

Eurytion, de zoon van Irus en Demonassa.

[...]ixition uit de stad Cerinthus.

Oileus, de zoon van Hodoedocus en Agrianome, dochter van Perseon, uit de stad Narycea.

Clytius en Iphitus, de zonen van Eurytus en Antiope, dochter van Pylon, koningen van Oechalië. Anderen zeggen dat ze van Euboea kwamen. Van Eurytus wordt gezegd dat hij toen Apollo de kunst van het pijlen schieten had geschonken, met de schenker van deze gift heeft gestreden. Zijn zoon Clytius is door Aeetes gedood.

Peleus en Telamon, de zonen van Aeacus en Endeïs, dochter van Chiron, van het eiland Aegina. Nadat zij wegens de moord op hun broer Phocus hun woonplaats hadden verlaten, zochten zij in verschillende richtingen nieuwe huizen: Peleus in Phthia en Telamon op Salamis, dat Apollonius van Rhodos Atthis noemt.

Butes, de zoon van Teleon en Zeuxippe, dochter van de rivier Eridanus, uit Athene.

Phaleros, de zoon van Alcon, uit Athene.

Tiphys, de zoon van Phorbas en Hyrmine, een Boeotiër. Hij was de stuurman van het schip de Argo.

Argus, de zoon van Polybus en Argia. Anderen noemen hem een zoon van Danaüs. Hij kwam uit Argos, gehuld in een zwartharige stierenvacht. Hij was de bouwer van het schip de Argo.

Phliasus, de zoon van vader Liber en Ariadne, dochter van Minos, uit de stad Phlius, die op de Peloponnesus ligt. Anderen noemen hem een Thebaan.

Hercules, de zoon van Jupiter en Alcimene, dochter van Electryon, een Thebaan.

Hylas, de zoon van Theodamas en de nimf Menodice, dochter van Orion, een efebe, uit Oechalië, anderen zeggen uit Argos, vriend van Hercules.

Nauplius, de zoon van Neptunus en Amymone, dochter van Danaüs, uit Argos.

Idmon, de zoon van Apollo en de nimf Cyrene; sommigen zeggen de zoon van Abas, uit Argos. Hij was zo verstandig de voortekenen te raadplegen, maar hoewel hij begreep dat de vogels hem zijn dood aankondigden, onttrok hij zich toch niet aan de dodelijke krijgsdienst.

Castor en Pollux, de zonen van Jupiter en Leda, dochter van Thestius, Lacedaemoniërs; anderen noemen ze Spartanen, beiden baardeloos. Er wordt geschreven dat bij ieder van hen op hetzelfde moment sterren op hun hoofd schenen te zijn neergevallen.

Lynceus en Idas, de zonen van Aphareus en Arena, dochter van Oebalus, Messeniërs van de Peloponnesus. Van Lynceus wordt gezegd dat hij alles wat onder de aarde schuilgaat zag en dat hij door geen enkele duisternis werd gehinderd. Anderen zeggen dat Lynceus ’s nachts niemand zag. De gave om onder de aarde te kijken zou hem zijn toegeschreven omdat hij goudmijnen kende. Wanneer hij afdaalde, haalde hij meteen goud te voorschijn. Zo is het verhaal ontstaan dat hij onder de aarde kon kijken. Ook Idas was fel en onverschrokken.

Perilcymenus, de zoon van Neleus en Chloris, dochter van Amphion en Niobe. Hij kwam uit Pylos.

Amphidamas en Cepheus, de zonen van Aleus en Cleobule, uit Arcadië.

Ancaeus, de zoon van Lycurgus; anderen noemen hem een kleinzoon, uit Tegea.

Augeas, de zoon van sol en Nausidame, dochter van Amphidamas, uit Elea.

Asterion en Amphion, de zonen van Hyperasius; anderen zeggen van Hippasus, uit Pellene.

Euphemus, de zoon van Neptunus en Europa, dochter van Tityus, uit Taenarus. Van hem wordt gezegd dat hij met droge voeten over het water heeft gerend.

Een tweede Ancaeus, de zoon van Neptunus en Althaea, dochter van Thestius, van het eiland Imbrasus dat Parthenia werd genoemd, maar nu Samos heet.

Erginus de zoon van Neptunus, uit Milete; sommigen noemen hem een zoon van Periclymenus, uit Orchomenus.

Meleager, de zoon van Oeneus en van Altheaea, dochter van Thestius; sommigen beschouwen hem als zoon van Mars, uit Calydon.

Laocoon, de zoon van Porthaon, de broer van Oeneus, uit Calydon.

Een tweede Iphiclus, de zoon van Thestius en Leucippe, een broer van Althaea bij dezelfde moeder, een Lacedaemoniër. Hij was een [...], een hardloper, een speerwerper.

Iphitus, de zoon van Naubolus, uit Phocis; anderen zeggen dat hij de zoon van Hippasus was, van de Peloponnesus.

Zetes en Calais, zonen van de wind Aquilo en Orithyia, de dochter van Erechteus. Men zegt dat ze gevleugelde hoofden en voeten hadden en donkerblauwe haren en dat ze de lucht gebruikten om zich te verplaatsen. Zij hebben de Harpijen, drie vogels, dochters van Thaumas en Ozomene, genaamd Aëllopous, Celaeno en Ocypete, weggejaagd van Phineus, de zoon van Agenor, in dezelfde tijd waarin de metgezellen van Jason naar Colchis vertrokken. Die woonden op de Strophades-eilanden in de Aegeïsche Zee, die de Platae worden genoemd. Men zegt dat ze kippenveren hadden en vleugels, maar ook menselijke armen, en grote klauwen en kippenpoten, maar een menselijke borst, onderbuik en dijen. Zetes en Calais zijn echter door Hercules met projectielen gedood, en de stenen die op hun graven zijn gelegd worden heen en weer bewogen door de windvlagen van hun vader. Er wordt gezegd dat ze uit Thracië afkomstig zijn.

Phocus en Priasus, de zonen van Caeneus uit Magnesia.

Eurymedon, de zoon van vader Liber en Ariadne, dochter van Minos, uit Phlius.

Palemonius, de zoon van Lernus, uit Calydon.

Actor, de zoon van Hippasus, van de Peloponnesus.

[...]thersanon, de zoon van Sol en Leucothoë, van Andros.

Hoppalcimos, de zoon van Pelops en Hippodamia, dochter van Oenomaüs, uit Pisa op de Peloponnesus.

Asclepius, de zoon van Apollo en Coronis, uit Tricca

[...], dochter van Thestius, uit Argos.

Neleus, de zoon van Hippocoön, uit Pylos.

Iolaüs, de zoon van Iphiclus, uit Argos.

Deucalion, de zoon van Minos en Pasiphaë, dochter van Sol, van Kreta.

Philoctetes, de zoon van Poeas, uit Meliboea.

Een tweede Caeneus, de zoon van Coronus, uit Gortys.

Acastus, de zoon van Pelias en Anaxibia, dochter van Bias, uit Iolcus, gehuld in een dubbele mantel. Deze kwam vrijwillig bij de Argonauten en werd uit eigen beweging een metgezel van Jason.

Al dezen nu werden Minyae genoemd, ofwel omdat de meesten van hen door dochters van Minyas waren voortgebracht, ofwel omdat de moeder van Jason een dochter was van Clymene, de dochter van Minyas. Maar ze kwamen niet allemaal in Colchis aan, en ze keerden ook niet allemaal terug naar hun vaderland.

Want Hylas is in Moesia bij Cios en de rivier de Ascanius door nimfen geroofd. En terwijl Hercules en Polyphemus hem zochten, zijn ze achtergelaten toen het schip door de wind was meegevoerd. Polyphemus werd door Hercules eveneens achtergelaten en is, nadat hij een stad in Moesia had gesticht, omgekomen bij de Chalybes.

Tiphys echter is gestorven door een ziekte in Mariandynae in de Propontis bij koning Lycus. In zijn plaats stuurde Ancaeus, de zoon van Neptunus, het schip naar Colchis.

Idmon echter, de zoon van Apollo, kwam ook daar bij Lycus om toen hij aan land was gegaan om eten te halen en door een zwijn werd doorboord. Degene die wraak nam voor Idmon was Idas, de zoon van Aphareus, die het zwijn doodde.

Hoewel Orpheus hem daar met zijn gezang en citer van probeerde af te houden, is Butes, de zoon van Teleon, overwonnen door het zoete stem van de Sirenen en stortte hij zich in zee om naar hen toe te zwemmen. Venus heeft hem in Lilybaeum gered toen, hij daar door de stromingen heen was gebracht. Dit zijn degenen die niet zijn aangekomen in Colchis.

Op de terugweg echter zijn Eurybates, de zoon van Teleon, en Canthus, de zoon van [...]cerion, omgekomen. Ze zijn gedood in Libya door de herder Cephalion, een broer van Nasamon en zoon van de nimf Tritonis en Amphitemis, wiens vee ze aan het roven waren.

En Mopsus, de zoon van Ampycus, ging in Africa dood door een slangenbeet. Hij had zich tijdens de reis als metgezel bij de Argonauten gevoegd, nadat zijn vader Ampycus was gedood.

Net zo kwamen op het eiland Dia de zonen van Phrixus en Chalciope, de zus van Medea, erbij: Argus, Melas, Phrontides en Cylindrus, die volgens anderen Phronius, Demoleon, Autolycus en Phlogius werden genoemd. Hercules had hen meegenomen als metgezellen toen hij de gordel van de Amazonen ging halen, maar hij liet ze door angst getroffen achter [...].

Toen de Argonauten weggingen naar Colchis, wilden ze Hercules tot aanvoerder maken. Hij weigerde, maar vond dat Jason dat beter kon worden, door wiens inspanningen ze allen op weg gingen. Daarom had Jason als aanvoerder de leiding. De maker van het schip was Argus, de zoon van Danaüs. De stuurman was Tiphys, na wiens dood Ancaeus, de zoon van Neptunus, het schip bestuurde. Degene die de koers wees op de boeg was Lynceus, de zoon van Aphareus, die goede ogen had. De bootsmannen waren Zetes en Calaïs, de zonen van Aquilo, die zowel op hun hoofd als aan hun voeten vleugels hadden. Bij de voorsteven en aan de riemen zaten Peleus en Telamon. In het midden [?] zaten Hercules en Idas, de rest zat in een vaste volgorde. Orpheus, de zoon van Oeager, gaf de commando’s. Later, nadat hij door Hercules was achtergelaten, zat Peleus, de zoon van Aeacus, op zijn plaats.

Dit is het schip de Argo, dat Minerva in de sterrrencyclus plaatste, om de reden dat het door haar gebouwd was. Zodra dit schip de zee op werd geleid, verscheen het onder de sterrren van de stuurriem tot het zeil. Zijn vorm werd door Cicero in de Phaenomena in deze verzen weergegeven:

Bij de staart van de Hond glijdt de Argo als een slang naar voren,
de achtersteven gedraaid voor zich uit houdend met het licht van een ster,
niet zoals andere schepen op zee hun voorstevens naar voren plegen te hebben,
terwijl ze de Neptunische weiden doorsnijden,
maar hij begeeft zich achteruit door het hemelruim,
zoals wanneer ze bijna veilige havens naderen
de zeelieden het schip met een groot gewicht omwenden
en ze de achtersteven tegen de kust optrekken waarnaar ze hebben verlangd;
zo glijdt de oude Argo omgekeerd hoog door de lucht....
vandaar raakt de stuurriem die zich uitstrekt vanaf de zwevende achtersteven,
de achterpoten van de heldere Hond.

Dit schip heeft vier sterren op zijn achtersteven, op de rechterstuurriem vijf en op de linker vier, die allemaal op elkaar lijken – dertien in totaal.

15. De Lemnische vrouwen[bewerken]

Op het eiland Lemnos hadden de vrouwen al heel wat jaren geen offers aan Venus gebracht. De mannen, die daarover boos op hen waren, trouwden met Thessalische vrouwen en wezen hun vorige vrouwen af. Maar op aansporing van diezelfde Venus zwoeren de Lemnische vrouwen samen en doodden zij iedereen van het mannelijke geslacht die daar was. Alleen Hypsipyle deed niet mee, want zij zette haar vader stiekem op een schip, dat een storm naar het eiland Tauris dreef.

Intussen deden de Argonauten Lemnos aan toen zij het eiland voorbijvoeren. Zodra de poortwachter Iphinoë hen zag, berichtte ze dat aan koningin Hypsipyle. Polyxo gaf, nadat ze hun leeftijd had vastgesteld, haar het advies hen door gastvrij onderdak aan zich te binden en als gasten uit te nodigen.

Hypsipyle kreeg bij Jason als zonen Euneus en Deïpylus.

Nadat de Argonauten daar verscheidene dagen waren vastgehouden, gingen ze weg nadat ze door Hercules waren terechtgewezen.

Nadat de Lemnische vrouwen echter te weten waren gekomen dat Hypsipyle haar vader had gered, hebben ze geprobeerd haar te doden. Zij sloeg op de vlucht. Maar nadat rovers haar gevangen hadden genomen, brachten ze haar naar Thebe en verkochten haar als slavin aan koning Lycus.

Alle Lemnische vrouwen die nakomelingen hadden gekregen van de Argonauten, hebben de namen van hen gegeven aan hun zonen.

16. Cyzicus[bewerken]

Cyzicus, de zoon van Eusorus, de koning op het eiland Propontis, ontving de Argonauten zeer gastvrij. Toen zij van hem waren weggegaan en een hele dag hadden gevaren, kwamen ze, nadat er ’s nachts een storm was ontstaan, zonder het in de gaten te hebben weer op hetzelfde eiland terecht.

Cyzicus meende dat zij Pelasgische vijanden waren en bond ’s nachts met hen op de kust het gevecht aan, waarbij hij door Jason werd gedood. Toen deze de volgende dag bij de kust was gekomen en had gezien dat hij de koning had gedood, liet hij hem begraven en gaf de heerschappij over aan diens zonen.

17. Amycus[bewerken]

Amycus was de zoon van Neptunus en Melië, en koning van Bybracia. Hij dwong degenen die in zijn koninkrijk terecht waren gekomen met hem met de boksriemen te vechten en doodde ze als ze verslagen waren. Toen hij de Argonauten had uitgedaagd te vechten met de boksriemen, vocht Pollux met hem en doodde hem.

18. Lycus[bewerken]

Lycus, de koning van het eiland Propontis, bereidde de Argonauten een eervolle ontvangst, omdat ze Amycus hadden gedood, die hem vaak had aangevallen (?). Terwijl de Argonauten bij Lycus verbleven en weg waren gegaan om stro te verzamelen, kwam Idmon, een zoon van Apollo, om nadat hij door een zwijn was doorboord. Terwijl ze nogal lang werden opgehouden door zijn begrafenis, ging Tiphys, de zoon van Phorbas, dood. Toen maakten de Argonauten Ancaeus, een zoon van Neptunus, tot stuurman van het schip de Argo.

19. Phineus[bewerken]

Phineus, de zoon van Agenor, uit Thracië had twee zonen bij Cleopatra. Deze zijn door hun vader na een beschuldiging van hun stiefmoeder blindgemaakt.

Ook wordt er gezegd dat Apollo aan deze Phineus de zienersgave had gegeven. Toen hij de plannen van de goden had bekendgemaakt, is hij door Jupiter blindgemaakt. Deze zette bovendien de Harpijen bij hem, waarvan wordt gezegd dat het honden van Jupiter zijn, die het eten van zijn mond moesten wegnemen.

Toen de Argonauten hier terecht waren gekomen en hem vroegen om de weg te wijzen, zei hij dat hij die zou wijzen als ze hem van zijn straf zouden verlossen. Toen hebben Zetes en Calaïs, zonen van de Noorderwind en Orithyia, van wie wordt gezegd dat ze vleugels aan hun hoofd en aan hun voeten hadden, de Harpijen weggejaagd naar de Strophaden-eilanden en Phineus van zijn straf verlost.

Hij toonde hun hoe ze om de Symplegaden te passeren, een duif moesten uitzenden. Toen die rotsen bij elkaar waren gekomen, moesten zij als de rotsen weer terugweken [... ? ...] dan moesten ze terugvluchten. Dankzij de hulp van Phineus passeerden de Argonauten de Symplegaden.

20. De Stymphalische vogels[bewerken]

Toen de Argonauten op het eiland Dia waren gekomen, probeerden vogels hen met hun veren als pijlen te doden. Omdat ze geen weerstand konden bieden aan de grote hoeveelheid vogels, pakten ze op advies van Phineus schilden en speren en joegen hen op de vlucht met lawaai op de manier van de Cureten.

21. De zonen van Phrixus[bewerken]

Toen de Argonauten via de Cyaneïsche rosten, die de Symplegaden worden genoemd, de zogenaamde Euxinische Zee waren binnengevaren en rondzwierven, zijn ze door de wil van Juno naar het eiland Dia gedreven.

Daar vonden ze als naakte en hulpeloze schipbreukelingen de zonen van Phrixus en Chalciope: Argus, Phrontis, Mela en Cylindrus. Zij vertelden hun lotgevallen aan Jason; dat ze zich hadden gehaast om naar hun grootvader Athamas te gaan en nadat ze een schipbreuk hadden geleden, daar waren aangespoeld. Jason nam hen op en hielp ze. Zij leidden Jason naar Colchis via de rivier de Thermodon.

En toen ze niet ver meer van Colchis verwijderd waren, gaven ze de raad het schip te verbergen. Ze kwamen bij hun moeder Chalciope, de zuster van Medea, en vertelden over de goede daden van Jason en waarom zij waren gekomen. Toen vertelde Chalciope over Medea en bracht haar met haar zoons naar Jason. En toen Medea Jason had gezien, herkende ze degene die ze in haar dromen had bemind, daartoe aangezet door Juno, en beloofde hem alles. Ze brachten hem naar de tempel.

22. Aeëtes[bewerken]

Aeëtes, de zoon van de zon, had een orakel gekregen dat hij de heerschappij net zo lang zou houden als de vacht die Phrixus had gewijd in de tempel van Mars was.

Daarom bepaalde Aeëtes dat Jason de volgende beproeving moest ondergaan als hij de gouden vacht wilde meenemen: hij moest stieren met bronzen poten die vlammen uit hun neusgaten bliezen onder een adamanten juk spannen, en hij moest ploegen en drakentanden uit een helm zaaien waaruit meteen een geslacht van gewapende mannen zou worden geboren die elkaar zouden doden.

Juno echter wilde dat Jason steeds werd gered, omdat zij eens toen ze bij een rivier was gekomen en de gezindheid van de mensen op de proef wilde stellen, had gedaan alsof ze een oude vrouw was en had gevraagd of ze haar naar de overkant wilden brengen. Terwijl de andere mensen die de rivier hadden overgestoken haar hadden geminacht, had hij haar naar de overkant gebracht.

Daarom vroeg ze, omdat ze wist dat Jason zonder de raad van Medea de opdrachten niet kon volbrengen, aan Venus om Medea verliefd te maken. Jason werd bemind door Medea, daartoe gedreven door Venus. Door haar hulp werd hij verlost van alle gevaar. Want toen hij had geploegd met de stieren en de gewapende mannen waren geboren, gooide hij op advies van Medea een steen tussen hen in. Terwijl zij onderling vochten, doodden ze elkaar. Toen de draak met tovermiddelen in slaap was gebracht, nam hij de vacht uit de tempel en vertrok samen met Medea naar zijn vaderland.

23. Absyrtus[bewerken]

Zodra Aeëtes te weten was gekomen dat Medea er met Jason vandoor was gegaan, liet hij een schip klaarmaken en stuurde hij zijn zoon Absyrtus er met een gewapend gevolg op uit om haar te achtervolgen. Hij had haar achtervolgd over de Adriatische Zee naar Istrië tot bij koning Alcinoüs en wilde het gevecht aangaan. Alcinoüs kwam tussenbeiden om een oorlog te voorkomen. Ze namen hem tot scheidsrechter en hij stelde een beslissing uit tot de volgende dag. Omdat hij nogal droevig was, vroeg zijn vrouw Arete hem wat de oorzaak was van zijn droefheid. Hij vertelde dat hij als scheidsrechter was aangesteld door twee verschillende volken, de Colchiërs en de Grieken, om tussen hen te beslissen. Toen Arete hem vroeg welke beslissing hij zou nemen, antwoordde Antinoüs dat hij Medea als ze een maagd was, aan haar vader zou teruggeven, maar als ze een vrouw was, aan haar echtgenoot. Toen Arete dit hoorde van haar man, stuurde ze een bode naar Jason, en hij ontmaagdde Medea ’s nachts in een grot. De volgende dag kwamen ze voor de beslissing. Men kwam tot de bevinding dat Medea een vrouw was en ze werd aan haar echtgenoot toegekend. Niettemin achtervolgde Absyrtus, die bang was omdat hij de opdracht van zijn vader niet nakwam, hen naar het eiland van Minerva. Toen Jason daar een offer bracht aan Minerva en Absyrtus was verschenen, werd hij door Jason gedood. Medea begroef zijn lichaam, en daarna vertrokken ze vandaar. De Colchiërs die Absyrtus hadden vergezeld, waren bang voor Aeetes en bleven daar. Ze stichtten een stad die ze naar de naam van Absyrtus Absorin noemden. Dit eiland bevindt zich in Istrië tegenover Pola en is verbonden met het eiland Canta.

24. Iason: de dochters van Pelias[bewerken]

Toen Jason op bevel van zijn oom zoveel gevaren had doorstaan, begon hij erover na te denken hoe hij hem zonder dat hij iets zou vermoeden kon doden. Medea beloofde dat zij dit zou doen. Daarom beval ze, toen ze al ver weg waren van Colchis, het schip op een verborgen plek te laten aanleggen en kwam ze zelf naar de dochters van Pelias als een priesteres van Diana. Ze beloofde hun dat ze hun vader Pelias van een oude tot een jonge man zou maken. Maar de oudste dochter, Alcestis, zei dat dat niet kon. Om haar makkelijker aan haar wil te laten gehoorzamen, bedekte Medea hen met dikke mist en verrichtte met tovermiddelen vele wonderen die echt waar schenen te zijn. Ze gooide een oude ram in een bronzen pot, waaruit een zeer mooi lam te voorschijn scheen te springen. Op dezelfde manier doodden daarna de dochters van Pelias, namelijk Alcestis, Pelopia, Medusa, Pisidice en Hippothoë, op aandringen van Medea hun vader en kookten hem in de bronzen pot. Toen ze zagen dat ze bedrogen waren, vluchtten ze weg uit hun vaderland. Maar Jason maakte zich, nadat hij een teken van Medea had gekregen, meester van het paleis en gaf aan Acastus, de zoon van Pelias en een broer van diens dochters, het koningschap van zijn vader, omdat hij met hem mee was gegaan naar Colchis. Zelf vertrok hij met Medea naar Corinthe.

25. Medea[bewerken]

Toen Medea, de dochter van Aeëtes en Idyia, bij Jason twee zonen, Mermerus en Pheres, had gekregen en zij in de grootste eendracht leefden, werd hem verweten dat een zo sterke, mooie en edele man een vreemdeling en tovenares als echtgenote had. Creon, de zoon van Menoecus, de koning van Corinthe, gaf Jason zijn jongste dochter Glauce als echtgenote. Medea zag dat zij, terwijl ze zich zo verdienstelijk tegenover Jason maakte, door een zo grote belediging werd getroffen. Daarop maakte zij met tovermiddelen een gouden krans en beval haar zonen die als geschenk aan hun stiefmoeder te geven. Nadat Creüsa het geschenk had aanvaard, verbrandde ze samen met Jason en Creon. Zodra Medea zag dat het paleis in brand stond, doodde ze de zonen die ze bij Jason had, Mermerus en Pheres, en vluchtte uit Corinthe.

40. Pasiphae[bewerken]

Pasiphae, de dochter van Sol en echtgenote van Minos, had al enkele jaren geen offers gebracht aan de godin Venus. Daarom trof Venus haar met een verschrikkelijke liefde. Zij zorgde er namelijk voor dat Pasiphae van een stier ging houden [met een liefde die niet beantwoord werd ??]. Pasiphae vroeg hulp aan Daedalus, die in die tijd als balling naar Kreta was gekomen. Hij maakte een houten koe voor haar en daaroverheen trok hij de huid van een echte koe. Pasiphae had in deze koe seks met de stier. Hierdoor werd Pasiphae zwanger en ze bracht de Minotaurus ter wereld. De Minotaurus had het hoofd van een rund en het onderste gedeelte van zijn lichaam was menselijk. Daarna maakte Daedalus voor de Minotaurus een labyrint met een onvindbare uitgang. De Minotaurus werd in dit labyrint opgesloten. Nadat Minos dit vernomen had, zorgde hij ervoor dat Daedalus gevangen genomen werd. Pasiphae wist Daedalus echter te bevrijden uit de gevangenis. Daarom maakte Daedalus vleugels voor zichzelf en zijn zoon Icarus en trok ze aan. Zo vlogen ze daarvandaan weg. Omdat Icarus te hoog vloog, werd de was zo door de zon verwarmd, dat deze smolt en Icarus in zee stortte. Naar hem heet deze zee de Icarische Zee. Daedalus vloog zonder zijn zoon verder naar koning Cocalus op het eiland Sicilië. Een andere versie van dit verhaal is dat Theseus, nadat hij de Minotaurus gedood had, Daedalus naar zijn geboorteplaats Athene heeft teruggebracht.

41. Minos[bewerken]

Minos, de zoon van Juppiter en Europa, voerde oorlog met de stad Athene. Minos' zoon Androgeus was hierbij in een gevecht omgekomen. Minos won de strijd en voerde daarom een belasting in voor Athene. Deze hield in dat Athene ieder jaar zeven kinderen moest sturen, die als voedsel voor de Minotaurus dienden. Nadat Theseus uit Troezen gekomen was en hoorde van het onrecht dat de Atheense burgers werd aangedaan, beloofde hij als vrijwilliger naar de Minotaurus te gaan. Theseus werd door zijn vader gestuurd. Diezelfde vader schreef hem voor met witte zeilen op zijn schip terug te keren, als hij de Minotaurus gedood had. Degenen die naar de Minotaurus werden gestuurd hadden namelijk zwarte zeilen op hun schip.

42. Theseus bij de Minotaurus[bewerken]

Nadat Theseus aangekomen was op het eiland Kreta, werd Ariadne, de dochter van Minos, verliefd op hem. Om Theseus te redden, hielp ze hem zelfs bij het doden van haar broer, want ze liet hem zien hoe hij uit het labyrint kon komen. Toen Theseus naar binnen gegaan was en de Minotaurus gedood had, kon hij door het terugrollen van de draad de uitgang van het labyrint vinden. Theseus nam Ariadne mee terug, want hij wilde met haar trouwen, omdat zij hem haar vertrouwen had gegeven.