Naar inhoud springen

Nederlandsche Courant/1784/Nummer 151/Amsterdam den 16 December

Uit Wikisource
‘Amsterdam den 16 December’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Nederlandsche Courant, vrijdag 17 december 1784, [p. 1]. Publiek domein.

[ 1 ]AMSTERDAM den 16 December. Yder weldenkende Nederlander wordt met ſchrik en vreeze bevangen, wanneer hv gadeſlaat hoe dat, zedert eenigen tyd, door den bekende verderflyken invloed, door het ſlegte beſtier van den uitvoerende magt, door eene onvergeefbaare verwaarloozing, het Vaderland aan de Landzyde is veronachtzaamd; dan, den Hemel zy gedankt; het oogenblik is gebooren dat het Staatsbeſtier van alle ſchaadelyke inkruipzelen wordt gezuiverd, dat de hoogheid, de veiligheid en de Vryheid van den Lande, wordt zekergeſteld. — Het kan onze Leezeren niet onaangenaam zyn, dat wy hun deze aanmerkelyke woorden uit het 4 Stuk van het voortreflyk Werk de STAATKUNDIGE BESCHRYVING der voornaamſte Gebeurtenisſen met betrekking tot deze Republiek, hier mede deelen. — Gelukkig Volk! (zegt de Schryver) waar by de Gemeenebest gezintheid door dringt, ik laat aan uw oordeel over in hoe verre het bederf van Overheerſching in het Vaderland doorgedrongen, en de Vryheid der Republiekſche Regeering vast gekluisterd is; overweeg ſlegts, hoe dat, in het Reglement van 1674, en in latere Reglementen op het ſtuk van Regeering, de Stadhouders aan zich hebben getrokken „Om het zelve ten allen tyde te kunnen veranderen en vermeerderen; maak daar uit op eene waare gevolgtrekking, en ziet dan, of gy niet bevindt, dat de Stadhouders zich de volkome Souverainiteit hebben aangetrokken; vergelyk dan die toeſtand met de bepaalingen by het verbond van Unie gemaakt, met de onvervreemdbaare Rechten des Volks, met de inſtructien door de Stadhouderen onder eede bevestigd; en gy zult voorzeker erkennen, dat, behoudens de Unie, de Rechten der Oppermagt van geene der Vereenigde Provincien in handen van een derden vermogten overgebragt te worden; dat de Staaten nimmer eenige bevoegdheid hebben gehad of konden erlangen, om de Volks-Regeering, door ingevoerde Reglementen, aan de willekeur van een Vorst te onderwerpen, en dat de Stadhouders, ſtrydig met hunnen eed handelden, wanneer zy zulks aannamen. — Gelukkig Volk! thans ziet gy het gewenschte tydſtip, waar in uwe hooge Vertegenwoordigers niet meer vraagen, wat of zedert lang met de daad hier aan ſtrydig is verrigt? maar alleen, wat naar Regten, volgens de waare Regeerings-conſtitutie, kan en mag geſchieden: ..... Hoe veel bevalliger zal de nagedagte zyn van hun, onder wiens beſtier de voordeelen der Burgerſtaat van alle ſchadelyke inkruipzelen zyn gezuiverd, dan van de zodanigen, die deze verderflyke grondſlagen hebben helpen leggen!