Nieuwe Rotterdamsche Courant/Jaargang 75/Nummer 175/Avondblad/Delft
‘Delft’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant, woensdag 26 juni 1918, Avondblad A, p. 1. Publiek domein. |
Delft.
„Toen de kardinaal van Aragon in 1517 door Delft was gereisd, teekende zijn secretaris daar niet veel meer van op, dan dat de stad door vela diepe en breede kanalen was doorsneden. Arent van Buchell was na een bezoek aan de stad in 1597 evenzeer door de vele grachten getroffen en zeide, dat er haast geen wijk of straat zonder water was. Wat zulke oude reizigers een nuchtere opmerking in de pen gaf, geeft aan moderne, kunstzinnige bezoekers van Delft een dieperen indruk: zij worden vervuld van bewondering voor de echt Hollandsche stadsgezichten van de met boomen omzoomde grachten en grachtjes, welker wallekanten zoo dicht op elkander verbonden zijn door sierlijke bogen met bultige bruggedekken, waarop luchtige ijzeren leuningen een fijn silhouet teekenen.”
Aldus begint Cath. M. A. Gips een opstel over oude gebouwen in Delft, dat nr. 4 van den elfden jaargang van het Bulletin grootendeels vult, door den Oudheidkundigen Bond tegen de, morgen te openen, vergadering uitgegeven.
De leden zullen Delft zien; hier hebben ze over Delft een boek met vele afbeeldingen en uitvoerigen tekst. O.a. is er een plattegrond van de Oude Kerk, met voorloopige aanwijzing van de voornaamste bouwperioden volgens Dr. Kalf; men ziet er Hendrik de Keizer’s ontwerp voor het stadhuis naast een afbeelding van het uitgevoerde gebouw, en vóór eene van wat nu het stadhuis is.
Wat men bewonderend ziet in het boek, is alles oud; gelukkig is veel er van nog te zien.