Nieuwe Tijdinghen/1622 022

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Februarius, 1622. 22.

De tweede GAZETTE des Maents Februarij 1622.

Van het over leveren des Stadts Gulick. Item vande saecken van Valtellina, Pfaltz-Landt, Hongherijen, Enghelandt, Brabandt, Hollandt, &c.

Eerst Gedruckt den 16. Februarij 1622.

[sierhoutsnede]

T'hantwerpen, By Abraham Verhoeven op de Lombaerde veste, inde gulde Sonne.

[blz. 3] Die tweede GAZETTE des Maents Februarij 1622.

Van het overleveren des Stadts Gulick, Item vande saecken van Valtellina, Pfaltz-Landt, Hongherijen, Enghelandt, Brabandt, Hollandt, &c.

Wt Brussel vanden 10. Februarij, 1622.[bewerken]

Naer het Overleveren van Gulick, soo is de Marquis Spinola, daer binnen geweest, ende aldaer, Item tot Maestricht, ende in andere omligghende plaetsen Ordre ghestelt, in alles.

Hy is te Brussel binnen ghecomen seer wel ghesont den 9. Februarij, met den Marquis van Belvider, ende andere Heeren. Graeff Hendrick vanden Berghe, is gebleven int Quartier van Gulick, met volle Commandement.

Men maeckt alhier wederom groote preparatie [blz. 4] tot de Oorloghe. Aenden Prince van Barbanzon is ghegheven een Nieuwe Regimendt Infanterie, welck hy sal lichten int Landt van Luyck, alwaer oock den Ceurvorst van Ceulen heeft vele volckx ghelicht soo te voet als te Peerde, om te zeynden naer Munster, Paderborne, ende andere Steden van Westphalen, teghen dien van Halberstadt, Tegen den welcken den Marquis Spinola oock heeft ghesonden ettelijck Compagnien Peerden, om hem te verjaghen van Lipstadt.

Aen den Baron van Beauvois, is oock ghegeven een Regiment, d’welck hy doet lichten in Bourgoignen.

Aen den Grave van Argil, zijnde een vande grooteste Heeren in Schotlandt, is oock ghegeven Patente van Coronel, ende hy sal maecken een Nieu Regiment van Enghelsche ende Schotten. Want den Coninck van Enghelandt heeft toe ghelaeten aen allen zijn Ondersaten, te moghen dienen aen den Coninck van Spagnien, soo te water als te Lande. Waer door daghelijcks vele Enghelsche, Schotten, ende Irschen, comen alhier dienen.

Wt Cruytzenach 2. Februarij.[bewerken]

Alsoo nu den Legher is opghebroken ende vertrocken naer Gulick, soo verwachten wy alhier eenige Trouppen van daer, om met den openen tijdt [blz. 5] wederom te trecken naer Franckendael. Mons. de Tilly, maeckt vast preparatie om op den zelven tijt Heydelbergh te Belegheren.

Wy hebben hier Tijdinghe dat het volck van Mansfeldt is gheslaghen door den Eerts-Hertoghe Leopoldus, wiens Legher nu seer sterck is, t’sedert dat by hem zijn ghecomen ontrent vijff Duyzendt mannen wt Italien, ende ontrent vier Duyzendt mannen wt Borgoingne, Lorreynen, Tirol, ende andere Landen.

Wt Londen vanden 4. Februarij.[bewerken]

Den Coninck alhier ontdeckt daghelijcks meer ende meer den Boosen Gheest der Puriteynen oft Calvinisten, wel ziende dat sy anders nievers tot en trachten, dan om alle Coninghen ende Princen onder de voeten te brenghen, ende nieuwe Republiken te maecken, op den voedt van Hollandt ende vande andere Gheunieerde Provintien van Nederlandt. Vande welcke alhier is ghezonden geweest den Jonghen Aertssens, met eenighe andere, maer en hebben niet vercreghen. Daghelijckx worden door het heel Coninckrijck vele Puriteynen, af ghezedt van hare Offitie, ende daer in ghestelt Protestanten. Men houdt alhier het Houwelijck met Spagnien voorseker. [blz. 6]

Wt Milanen vanden 16. Januarij.[bewerken]

De Grisons zijn onder malcanderen veraccordeert, door het toe doen vanden Hertoghe van Feria, Gouverneur alhier. Valtellina sal blijven een vrije Valleye sonder te staen onder de Grisons: soo nochtans dat die vande voorschreven Valleye sullen Jaerlijckx betaelen aende Grisons, veerthien Duyzent ende vijff hondert Ducatons, elcken Ducaton gherekent op neghen en half Realen oft Julios. De Valleye van Chiavenna, inghenomen door den voorschreven Hertoghe van Feria, sal wederom ghegheven worden aende Grisons: so nochtans dat, over dese zijde vande Berghen, geen Ketters sullen moghen Kercken hebben oft exercitie, maer alleen de Catholijcken. Welck is een zaecke van groot insien.

Van hier zijn vertrocken den 8. Januarij ontrent vier Duysent Infanterie, ende ontrendt vijff hondert Peerden, alles seer fraey Soldaeten. Sy sullen trecken door het Lant vande Grisons naer Tirol, ende van daer naer het Lago van Constantia, ende also sullen sy comen in Elzaten, by den Eertz=Hertoghe Leopoldus, om te dienen tegen Mansfelt.

Wt Genua vanden 5. Februarij.[bewerken]

Alhier zijn ghearriveert vier Galleyen wt Spagnien, comende met vier hondert cassetten van [blz. 7] Dobbloenen ende Realen van achten, alles tot provisie tot de Oorloghe in Nederlandt.

Wt Parijs vanden 9. Februarij.[bewerken]

Den Coninck is alhier ghearriveert, ende het Hoff is nu heel volcomen, met beyde de Coninginnen, te weten d'een nu Regnante, en d'andere de Reyne Mere, den Prince van Condè, den Prince van Jainville, ende andere menichte van Heeren ende Princen.

Alsoo den Hertoge van Sully, aliàs Rosny, heeft hem ghevoecht by de Huguenotten, soo heeft den Coninck het Landeken Sully ende Mourron in Berry gheconfisqueert, ende de zelve ghegheven aenden Prince van Conde.

Quillebeuf in Normandie, op de Rivier Seyne ligghende, door den Marquis d'Ancre ghefortificeert, sal worden gherazeert.

Tijdinghe Wt Ceulen vanden 10. Februarij 1622.[bewerken]

Wt Gulick zijn ghetrocken over de twee Duyzent mannen, so Franzoysen, Engelsche, Hooch=duytsche, als Neerlanders.

Sijn Exc. Den marquis Spinola, heeft een Fraey Bancquet ghegeven aen allen de Officiers int quartier van onsen Legher. [blz. 8]

Binnen Gulick zijn ghetrocken ontrent Duyzendt mannen, soo Spaegnaerts, als Walen, ende Hooch=Duytschen.

Sijn Ghenaede Graeff Hendrick vanden Berghe is met ontrent dry Duyzendt mannen, ende eenighe Veldt=stucken getrocken naer Monjoye, om Ketteleer doen te verhuysen ende vernesten.

Alsoo den Peys is ghesloten tusschen den Keyser ende Gabor met de Honghersche, soo comen der af vijff Regimenten naer Neerder Pfaltz, ende Elsaten, tot dienst vanden Keyser.

Vele Steden van Hollandt, ende van Vrieslandt, willen niet verstaen, tot die nieuwe exactie: ende den Coophandel, met de Visscherije vermindert daegelijckx seer, door de vreese die den Coopman heeft van de Oorloge Schepen van Duynkercken, waer van nu drye in zee zijn, elck met drye honderdt en thien mannen, ende alreede groote schaede hebben ghedaen. Te meer datmen verstaedt datter corts noch drye andere zullen vaeren wt Duynkercken, ende soo voorts tot twintich Schepen toe. Tot welcken eynde men schrijft van Brussel, dat vele stucken Gheschudts corts sullen ghetrocken worden wt de Casteelen van Antwerpen, Ghendt, Camerijck, ende Gulick.

FINIS.
V.C.D.W.C.A.