Ons Gelderland

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Ons Gelderland is het volkslied van Gelderland.

Er bestaan twee versies, het weinig gezongen officieuze 'Geldersch Volkslied' (tekst: Jan van Riemsdijk, muziek: Rombout van Riemsdijk) en de veel gezongen, en sinds 1998 officiële provinciale hymne 'Ons Gelderland' (tekst en muziek: C.J.C. Geerlings). Hieronder beide versies.


Ons Gelderland (Van Riemsdijk/Van Riemsdijk)

Gelders dreven zijn de mooiste
In ons dierbaar Nederland.
Vette klei- en heidegronden,
Beken, bosch en heuvelrand,
Ginds de Waal, daar weer de IJssel,
Dan de Maas en ook de Rijn
Geeft ons recht om heel ons leven
Trotsch op Gelderland te zijn,
Geeft ons recht om heel ons leven
Trotsch op Gelderland te zijn.

Waar ons vaderland bebouwd werd
Door den Saksischen Germaan,
Daar werd onze stam geboren,
Daar is Gelderland ontstaan.
En het graan, dat thans geoogst wordt,
Waar het woest en wild eens was
Geeft ons recht om trotsch te wezen,
Op ons echt Gelders ras,
Geeft ons recht om trotsch te wezen,
Op ons echt Gelders ras.

In de dorpen en de steden
Tusschen Brabant en de Zee,
Tussen Utrecht en Westfalen
Heerscht de welvaart en de vreê!
Met je kerken en kasteelen,
Met je huisjes aan den dijk,
Gelderland, jij bent de Parel
Van ons Hollandsch koninkrijk.
Gelderland, jij bent de Parel
Van ons Hollandsch koninkrijk.


Ons Gelderland (Geerlings)

Waar der beuken breede kronen
Ons heur koele schaduw biên;
Waar we groene dennebosschen,
Paarse heidevelden zien;
Waar de blonde roggeakker
En het beekje ons oog bekoort,
Daar is onze Vale ouwe,
Kost'lijk deel van Gelre's oord.
Daar is onze Vale ouwe,
Kost'lijk deel van Gelre's oord.

Waar bij zomerzon de boomgaard
Kleurig ooft den wand'laar toont,
En de vruchtb're korenakker
Stagen arbeid rijk'lijk loont;
Waar het aorige rivierke
Rustig stroomt langs groenen boord,
Daar is onze rijke Betuw,
Kost'lijk deel van Gelre's oord.
Daar is onze rijke Betuw,
Kost'lijk deel van Gelre's oord.

Waar kasteelen statig rijzen
Rond door park en bosch omringd,
Waar het voog'lenkoor zijn lied'ren
In het dichte loover zingt;
Waar het lief'lijk schoon van't landschap
't Oog des schilders steeds bekoort,
Daar is onze "olde Graafschap",
Kost'lijk deel van Gelre's oord.
Daar is onze "olde Graafschap",
Kost'lijk deel van Gelre's oord.