Naar inhoud springen

Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/10

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 10 ☽


Denkt egter niet, myne Landgenooten, deeze Prins alle die groote dienſten aan ons Land, daar hy eigenlyk maar een vreemdeling was, enkel uit genereusheid of om niet deed. Neen voorwaar! In 1584 had hy het reeds zo ver gebragt, dat men hem Graaf van Holland had gemaakt, ’t welk hy en de zynen ook erflyk zouden geweeſt zyn, indien hy niet door eenen omgekogten Spanjaard verraderlyk ware vermoord geworden; want ’er mankeerde maar enkel de inhuldiging aan, die voornamelyk door het vryheidminnend Amſterdam werd tegengehouden, zeggende de Regeering dier Stad zo grooten ſtap niet te durven doen zonder alvorens hare Burgers of Schutteryen te raadplegen, dat Prins Willem zeer euvel nam, niet willende dat de Burgers of Gilden of Schutteryen langer over ’s Lands zaaken zouden worden geraadpleegd, het geene de Staaten van Holland, op zyn aandryven, in 1581 beſlooten hadden, dat in het vervolg zonder hunne permisſie, die ’t van agteren genoeg gebleeken is en nog blykt, dat zy nooit dagten te geven, niet meer zoude geſchieden.
Op zulk eene wyze begonnen de Grooten aan onze Voorvaders de Vryheid te ontneemen, reeds op dienzelfden tyd dat zy ter verdediging der Vryheid tegen den Koning van Spanje goed en bloed opzetteden! Dit deden de Staaten van Holland, die voor het overige braave Regenten waaren! dit deed een Prins, die het inderdaad wel met ons Land meende! wy kunnen hier uit leeren, dat de volken, willen zy hunne vryheid behouden, ſteeds waakſaam moeten zyn en op geen ſterveling, wie het ook is, een onbepaald vertrouwen moeten ſtellen. Integendeel; zy moeten elk die eenig gezag en magt in handen heeft, doch inzonderheid de Vorſten en Lieden van Hooge Geboorte, wel degelyk wantrouwen, en hen ſteeds in het oog houden, omdat de ondervinding van alle tyden, van het begin der wereld af tot onze dagen toe, geleerd heeft, dat zelfs de beſte menſchen doorgaans zwzk genoeg zyn om de hun aanbetrouwde magt te willen vergrooten. Het heerſchen is zoet! waakt dan Landgenooten, en Gylieden zult vry blyven!