Naar inhoud springen

Pagina:Aan het volk van Nederland.djvu/59

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

☾ 59 ☽

dwingen en in toom te houden. Zie daar, o Vorst! Uwe geheime oogmerken en de eenvoudige reden, waarom gy een Veldleger wilde hebben, en waarom gy al die Troupes nog in Holland, dat de magtigſte Provintie is, laat blyven.
Hebt gy, o Willem! niet door ons geheele Land uwe ſpions, aanbrengers en verklikkers, die zig in alle gezelſchappen weten intedringen, en ons van de aangenaamheden eener gulle openhartige ſamenleving beroven? Zyt gy’t niet, die onze geheele Natie daar door, vreesagtig, agterhoudend en geveinsd gemaakt, en haar rond, eenvoudig, oud hollands karakter en beſtaan bedorven hebt? Door wiens toedoen, o Vorst! zyn zelfs de briefwisſelingen niet meer heilig?


Hoe hebt gy U ſedert het uitbarſten van den Amerikaanſchen oorlog omtrent onze Kooplieden; omtrent onze Zeelieden; omtrent ons geheel Vaderland en deszelfs dierbaarſte belangen, gedragen? Steeds verknogt, verſlaaft, gehecht aan het Huis van Engeland, dat, ik herzegge het, om ons Vaderland en Koophandel te gewisſer te bederven, uw Huis reeds tweemaalen het Stadhouderſchap heeft bezorgt, en U eindelyk, om dat wy hun nog te veel in den weg waren, nog te veel voorſpoed hadden; nog niet genoeg hunne zyde koozen, geheel Souverein wil maken, hebt gy nooit toe­gelaten, dat men zig tegens de geweldenaryen en roveryen van deze uwe Vrienden en Bondgenooten verzettede. Gy wilde niet dat de Zee, daar duizenden van weerlooze Zeelieden; — daar meer ſchatten dan mogelyk de drie Landprovintien van Gelderland, Utregt en Overysſel, voor ’t gemeene Bondgenootſchap waardig zyn, op de trouw der Tractaten omzwervende dagelyks aan de roofzugt en wreedheid van uwe Engelſchen bloot ſtonden, beſchermd wierd. De klaagſtem der kooplieden, die voor zo veele duizenden, die voor het behoud van het geheele Vaderland ſpraken, baden, ſmeekten, werd by U veracht. Het bloed van uwe Landgenooten, door uwe Engelſchen op Zee mishan­deld, gepynigd, gefolterd, vermoord, riep te vergeefs om uwe wraak en byſtand. Uwe Engelſchen eiſchen, dat wy, hun ten gevalle, van een der voordeeligſte Vaarten zouden afzien, die ons in tyd van Oorlog en

H 2