Pagina:Aanwijzing der schilderijen, berustende op 's Rijks Museum, te Amsterdam.djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

– 5 –

BACKHUIZEN, (ludolf)
geb. 1631, overl. 1709.

No.

8. Dit zeer belangrijke stuk verbeeldt het aan boord gaan van den raadpensionaris Joan de Witt, toen hij in den jare 1665 het bevel over de hollandsche vloot op zich genomen, en dezelve uit het Spanjaardsgat uitgebragt heeft, (zie wagenaar, Vaderlandsche Historie, deel xiii, bladz. 140;) men ziet gemelden heer op den tweeden grond, gevolgd wordende door de eerewacht, welke men hem had toegestaan, waar van de officier hem zijne orders schijnt te vragen; op den voorgrond ter linkerzijde staat een rijk gekleede heer en eene vrouw met een livereibediende, welke den mantel draagt. Verders zitten nog op den voorgrond eene menigte visschers op het zand te praten; ter regterzijde is het havenhoofd, werwaarts eenige bedienden de goederen laten heenkruijen. Op het hoofd ziet men eene menigte Krijgsvolk, hetwelk bezig is met inschepen, in vaartuigen, welken aan den anderen kant van het hoofd liggen. Verders ziet men een fraai zeegezigt, vooraan het schip Hollandia en de gansche vloot, welke zeilree ligt en overal uit de kagen volk aan boord neemt. Achter op de schilderij vindt men met de eigen hand des schilders geschreven: » dit schilderije verbeeldende het vertrek van den raadpensionaris Joan de Witt den 13 Sept. 1665