Pagina:Aanwijzing der schilderijen, berustende op 's Rijks Museum, te Amsterdam.djvu/62

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

– 62 –

280.

waarbij een kleine jongen, die pap eet, en een oud man die lagchende hun beschouwt; men leest tegen de wand het engelsche spreekwoord every one his fancy, overeenkomstig met het hollandsche spreekwoord ieder zijn meug.

SCHALKEN. (godfried)

No.

281. De wedergade van het voorgaande, verbeeldende een jongman, welke met smaak eene pijp tabak rookt, in het verschiet een man en vrouw, welke met elkander spreken.

SCHOORL, (joan)
geb. 1495, overl. 1562.

282. Eene peinzende Maria Magdalena, nederziende op een doodshoofd, hetwelk zij in de hand heeft.

SCHOORL. (joan)

283. Eene zinnebeeldige vrouw, zittende in een landschap met eene vaas in de hand; en hebbende een hebreeuwsch geschrift op het kleed, moetende volgens hetzelve verbeelden de dochter Sions, zeer fraai in de manier van rafael behandeld.

SCHUPPEN. (von)

284. Het portret van prins Eugenius van Savoijen.