Deze pagina is proefgelezen
AVONDGEBED
De avond is gevallen,
De dag gaat dood, —
De boomen worden allen
Wonderlijk groot.
In de verte, in de landen,
Daar ligt wat goud, —
De nacht maakt onze handen
Zoo stil — zoo oud.
Schoonheid hebt gij ons leven
Eenmaal gekust,
Dan gaan wij t' avond even
Zwijgend te rust.