— 105 —
metel geworden, dat hij eene groote Europeesche adder den kop in zijnen mond liet steken. Op eene keer, dat hij weder dit waagstuk ondernam, zag men hem onverwachts de slang wegwerpen en verbleeken; er vloeiden hem eenige bloeddruppels uit den mond;—en na verloop van een uur leefde hij niet meer. De Engelschman drake stierf ook door zijne onvoorzigtigheid in dit opzigt. Hij wilde eene ratelslang, die hij voor schijndood aanzag, bij het vuur bijbrengen, doch ontving tot loon, gelijk de houthakker uit de fabel, eenen binnen 9 uren doodelijken beet. Voor drie jaren viel te New-York een dergelijk ongeval voor. Dr. wainewright had uit de binnenlanden een fraai exemplaar van een levenden Crotalus durissus ten geschenke bekomen. Hij haalde het dier zelf af van den spoortrein. In zijne opgetogenheid wees hij er naar met den vinger, kwam ongelukkig te digt bij de korf,—en ziet, plotseling ratelde de gevreesde staart, en, sneller dan de gedachte, ontving hij een beet in den vingertop, die hem, in weerwil van de onmiddellijke behandeling zijner geneeskundige vrienden, reeds 6 uren na de verwonding ten grave sleepte! Weinige maanden geleden, is de beroemde Hoogleeraar duméril, algemeen bekend door zijne plaatsing aan den Jardin des plantes te Parijs, insgelijks in gevaar geweest van zijn leven te verliezen door slangenverwonding. In het bosch van Sénart, bij Parijs, ontdekte hij eene adder van meer dan gewone grootte, die hij voor eene nieuwe soort aanzag, en, in zijnen ijver om het dier te bemagtigen, ontving hij vijf wonden. Gelukkig werd hij gered door de tijdige geneeskundige behandeling van zijn' zoon, die hem vergezelde. Toen de Hoogleeraar, korten tijd daarna, zijne lessen weder hervatte, prees hij zich, na het doorgestane gevaar, gelukkig, nu zelf bij ondervinding te kunnen spreken over de uitwerking van een vergift, waarvan hij vroeger zoo dikwerf de beschrijving aan anderen had moeten ontleenen. Bij Botanische en Zoölogische excursies komen zulke ongevallen meermalen voor, waarvan kort geleden in een duitsch tijdschrift een nieuw voorbeeld bij eenen herboriserenden apotheker werd vermeld. Bij het afplukken van planten, bij het onderzoeken der gifthaken,—zoo als von neuwied ondervond,—zelfs bij het afteekenen van giftslangen kan hetzelfde ge-