Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/389

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 365 —

den ploeg genoemd, verspreidde den graanbouw over dat gewest. Bekend is de geschiedenis van ceres in de grieksche fabelleer. Zij leerde de menschen den ploeg behandelen en granen verbouwen, en wat de oudheid van hare reizen verhaalt, kan men voor eene zinnebeeldige voorstelling van de uitbreiding des graanbouws in Griekenland en Italië houden. De latere verspreiding der graangewassen over Europa ligt onder het bereik der geschiedenis. In onzen tijd zijn zij in Europa zoo ver verspreid, als het klimaat toelaat en de verbouwing met voordeel kan plaats hebben.

Van alle granen klimt de Garst het verst naar het Noorden op. In de noordelijkste gewesten van Schotland, op de Orkadische en Shetlandsche eilanden, op 61° N.Br. en zelfs op de Faroë-eilanden groeit dit graan. Hooger naar het noorden kan zijne kultuur niet overal meer plaats vinden. Op Ysland, 63° N.Br., werd zij meer dan eens vergeefs beproefd. In Lapland evenwel wordt de garst tot aan 70° N.Br., bij de Noord-kaap, aangetroffen. In Europeesch Rusland loopt de grens van den garstbouw tusschen 67° en 68° N.Br. aan de boorden der witte zee, bij Archangel tot 66°. Verder naar het oosten (waar het onder gelijke breedte kouder is dan westelijk) daalt deze grens meer zuidwaarts af. Aan de Oby b.v. valt zij tusschen 60° en 61°, in Siberië tusschen 58° en 59°, in Kamschatka tusschen 56° en 57° N. Br.

De eenvoudige lijn, welke men naar zulke waarnemingen op de wereldkaart trekken kan, heeft eene gewigtige beteekenis voor het menschelijk geslacht. Zij toch wijst de noordelijke grens aan van den landbouw, zij bepaalt de grensscheiding tusschen de landbouwende volken en de zwervende stammen, die van de jagt, de vischvangst of sommige huisdieren leven, verstoken van die hoogere ontwikkeling, die in eenen op landbouw en handel gevestigden maatschappelijken toestand mogelijk is. Dat deze lijn eene naar het oosten schuinsch afdalende rigting volgt, heeft eene zuiver physische oorzaak. De garst is een zomergewas; de zomerwarmte bepaalt de mogelijkheid van haren aanbouw. Niet de lengte van den zomer, maar de gemiddelde zomertemperatuur, over een langer of korter tijdvak, komt hierbij in aanmerking. Onder de gemiddelde