Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/394

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 370 —

warmte bepaalt de grenzen der kultuur. Eene gemiddelde zomerwarmte van 12°–15° c. wordt tot haren groei en behoorlijke rijpwording vereischt. In de keerkringslanden van Amerika klimt de maïsbouw op de bergen tot 12,000 voet hoogte op. In Noord-Amerika is zij tot 54° N.Br. verspreid; in Europa schijnt zij een zomertemperatuur van 18°–19° te verlangen; in de Vendée, langs den Rijn en in Brandenburg wordt de maïs meestal nog rijp, meer noordelijk, ook in Nederland, is de oogst te wisselvallig, om haar met voordeel in den landbouw te kunnen opnemen.

Geen gewas heeft zich in de hand des menschen sneller over eene groote uitgestrektheid verspreid en heeft grooter veranderingen in den landbouw veroorzaakt, dan de aardappelplant. Reeds in de tijden van de ontdekking van Amerika werd de aardappel in dat werelddeel verbouwd, en lang heeft men vergeefs gepoogd de plant aldaar in het wild te vinden. De beroemde schrijvers der Flora Peruviana, ruiz en pavon, zagen haar het eerst in haren natuurlijken staat op de heuvels van Chancay, eene stad in Peru, niet ver van de stille Zuidzee. Humboldt en bonpland zochten haar vergeefs in de Andes van Peru en Nieuw-Grenada, nieuwere reizigers vonden haar echter in Peru en Chili terug. Het blijft steeds onzeker, aan wien de eere toekomt dit nuttig gewas naar Europa overgebragt te hebben. Het gewone verhaal, dat francis drake in 1573 den aardappel het eerst zou hebben ingevoerd, wordt twijfelachtig door de nasporingen van dunal, die genoegzaam aantoonen, dat de Spanjaarden reeds vóór dat tijdstip dit gewas naar Spanje hadden overgebragt.—Langzaam waren aanvankelijk de vorderingen der kultuur in Europa. Het heerschende stelsel van landbouw kon niet plotseling die groote verandering ondergaan, welke door den toenemenden verbouw van dit gewas moest plaats vinden. Eerst in de 18de eeuw werd de aardappelbouw meer algemeen, en verkreeg in de 19de eeuw eene uitgebreidheid, waarvan in de geschiedenis van den landbouw geen voorbeeld bestaat.

Het is overbelangrijk de grenzen te kennen, binnen welke de aanbouw van dit gewas over de aarde zich kan uitbreiden. Op de Andes zag humboldt aardappelen verbouwen tusschen 9,000 en