— 16 —
waar menschen wonen. Ziet ginder die hut! Zij is van bamboesstengels gebouwd, met cocosbladeren bedekt, en bewoond door een gezin van inlanders. Zij wordt overschaduwd door eenen broodvruchtboom, een fraaije boom, die omstreeks 40 voeten hoog wordt, maar vooral een hoogst nuttige boom, want hare groote ronde vruchten maken een hoofdvoedsel uit voor alle bewoners van de tusschen de keerkringen gelegen Zuidzee-eilanden. Gedurende 8—9 maanden draagt hij voortdurend vruchten, die slechts behoeven gebakken te worden op heete steenen, en dan geheel als tarwebrood smaken. Voor de overige maanden van het jaar dient de onder den grond bewaarde voorraad van deze vrucht.
Wij zien hier verder de Pisangs of Bananen, welke door de geheele heete luchtstreek zoowel der oude als der nieuwe wereld in het wild groeijend worden aangetroffen, en welker langwerpige naar komkommers gelijkende vruchten mede een smakelijk voedsel opleveren, terwijl de groote bladeren tot tafellaken en