Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/742

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 322 —

Er zijn, onder die meer algemeene onderwerpen, eenige, die ons van zoodanige wetten en wijze inrigtingen,—uitvloeisels, mag men zeggen, van Gods wil zelven,—een helder begrip geven en daarom zeer geschikt zijn, om behandeld te worden voor personen, die, zonder natuurkundigen van beroep te zijn, zich echter gewend hebben, om de natuur in het algemeen gade te slaan, en die hunne kennis in dezen wenschen uit te breiden; onderwerpen, welke met verhevene en belangrijke natuurwetten zoo naauw in verband staan, dat ook een kundig natuurkenner ze gaarne in het geheugen terug roept, even als men een heerlijk gedicht of schoone muziek, hoe bekend ook, gaarne nog eens en bij herhaling wil hooren.

Ik wil trachten de aandacht der lezers eenige oogenblikken op zulk een algemeen-begrijpelijk, doch verheven, onderwerp te vestigen; om den kundigen te herinneren aan de schoone bloemen, die zijnen weg versieren, en den in dit vak minder kundigen opmerkzaam te maken op enkele van die heerlijke wetten der natuur, welker schoonheid en wijze bedoelingen hem, bij eenige opmerkzaamheid, dikwijls zullen in het oog vallen, en alzoo ook voor hem nuttig en aangenaam zullen kunnen zijn.

Ik bedoel eene beschouwing van het evenwigt in de natuur, of eene overweging der wijze, waarop elke werking in de natuur door eene andere wordt bepaald en geregeld, zoodat eene overmaat van kracht, die ligt tot nadeel zoude leiden, wordt tegengegaan, en de algemeene orde alzoo op de beste wijze in de geheele schepping bewaard.

Beschouwen wij dit in eenige voorname trekken, zonder op volledigheid aanspraak te maken, hetwelk bij een zoo véél omvattend onderwerp ook bijkans tot het onmogelijke behoort.

 

 

Wanneer wij de duizenderlei zoozeer uiteenloopende bewegingen en dikwijls geheel tegenstrijdige werkingen in de natuur gadeslaan; de bewegingen der hemelligchamen, de vorming van onze aarde en de werking van de daarin voorhandene stoffen; wanneer wij duizenden en duizenden van planten en dieren zien ontstaan, volwassen worden, afsterven en weder door andere gelijksoortige vervangen worden; wanneer wij deze, niettegenstaande het verschil van grond en luchtsge-