Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/36

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

WEÊRGLAZEN.

DOOR

W.M. LOGEMAN.

 

 

Gelukkig, wie een goed weêrglas heeft! Niet slechts gelukkig voor zich zelven, omdat hij heden zijne maatregelen nemen kan naar het weder dat morgen te wachten is, en dus geen gevaar loopt zich veel vermaak te beloven van een uitstapje op den volgenden dag, en dan al dat gedroomde genoegen door eene graauwe lucht, die zich in aanhoudende buijen ontlast, in rook te zien vervliegen; maar ook gelukkig voor anderen, die hij met zijne voorspellingen gewillig ten dienste staat, en die hem dan ook telkens met vertrouwen komen raadplegen, 't Is waar, die voorspellingen zijn niet altoos even klaar en stellig, en eene enkele maal komen ze ongelukkig wel eens verkeerd uit; maar doorgaans kan men er toch al heel wel op aan.

Bij de vrij algemeene liefhebberij voor weêrglazen in ons vaderland, zal menig lezer van het Album der Natuur het misschien wel eene vreemde zaak noemen, dat het getal dergenen, die op de bovengemelde wijze een vraagbaak zijn voor velen, nog zoo gering is; en bovenal zal menigeen zich verwonderen over de mogelijkheid, die er dan toch blijft bestaan, om met en door het weêrglas zich nog schromelijk te vergissen. Men zou kunnen vragen, waardoor deze onvolkomenheid wordt te weeg gebragt, of zij onvermijdelijk is of niet, en zoo neen, wat men dan zou kunnen doen om haar te vermijden, of, met andere woorden, om door werktuigen eenige zekerheid van den aanstaanden toestand des weders te kunnen bekomen? Ik hoop de lezers van dit werk geene ondienst te doen door aan een antwoord op deze vragen eenige bladzijden te wijden, en vertrouw dat zij mij daartoe wel zullen willen volgen in eene voorafgaande ontwikkeling van eenige algemeene natuurwaarheden, zonder welke