Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/77

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

TALRIJKHEID VAN WALRUSSEN.

 

 

Men is gewoon van talrijke schoolen van Robben te hooren spreken, waaronder de Groenlandsvaarders groote slagting aanrigten; doch zeldzamer vindt men gewag gemaakt, zelfs in natuurkundige werken, van talrijke vereenigingen van Walrussen (Trichechus Rosmarus L.). Ik roep op dit punt het volgende, door onze landgenooten opgeteekende, in het geheugen terug.

In 1707 werden, door den Groenlandschen Commandeur e. couwenhoven, 50 vaten walrusspek aangevoerd.

In 1730, door d.c. ruyg, 35 vaten,

In 1753, door jacob j. bras, 20 vaten.

In 1767 heeft corn. pietersz. quack op het Mosseneiland gedood 2200 Walrussen, waarvan 930 door hem zijn overgebragt, hebbende 170 vaten spek en 196 quardeelen traan.

In hetzelfde jaar had pieter quack 200 (34 vaten spek), k.h. broertjes 35, corn. swan 25, c.m. walig 35 Walrussen; terwijl jacob daalder 15 vaten walrusspek aanvoerde. Zoodat alleen onze Commandeurs ter Groenlandsvaart in één jaar in hetzelfde oord meer dan 2495 van meergenoemde dieren afmaakten. (Verg. Naamlijst van Comm. door g.v. sante.)

Onze bekende zorgdrager schijnt ook "troepen of drommen" van 80, 100 en 200 Walrussen op het land gezien te hebben, maar verzekert tevens, dat de mensch hen zoodanig verjaagd heeft, dat zij slechts op "heimelijke plaatsen" in grooten getale zaam gevonden worden. Dikwijls vond hij twee of drie bij elkaâr op een vlakke schots. Van oude Commandeurs was het hem bekend, dat zij van