Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/17

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 5 —

en den Indischen Archipel gelegene eilanden bewoond door donker of licht bruine stammen met lang zwart, krullend haar. Amerika eindelijk bevat een aantal volksstammen met zwart, sluik haar en eene kaneelkleurige huid. Al deze afdeelingen van het menschelijk geslacht bestaan weer uit onderafdeelingen, elke waarvan hare eigene kenmerken, en eene bepaalde landstreek als woonplaats bezit.

De grenzen van die natuurlijke woonplaats worden ook door een volk, dat zijn' stam zuiver bewaard heeft, niet ligt overschreden, tenzij in geval van volstrekt gebrek, en wanneer de zorg voor zelfbehoud het daartoe dwingt. Men kent de voorbeelden van Groenlanders, Vuurlanders enz., die, na met een mild klimaat en de gemakken eener beschaafde levenswijs bekend te zijn geworden, toch liever naar hun met ijs en sneeuw bedekt vaderland wenschten terug te keeren, om daar hunne ellendige levenswijze weder op te vatten. De sterke vermenging der verschillende blanke stammen onderling heeft bij dezen dat natuurlijk instinct, dat de mensch met de dieren gemeen heeft, uitgedoofd. Doch bij de overige, meer onvermengde stammen blijft het heerschen. Ook heeft op dezen de verplaatsing naar eene andere luchtstreek een' nadeeligen invloed, even als zij dien heeft op de dieren, die buiten hun eigen land sterven, of een kwijnend aanzijn voortslepen.

Elke eenigzins groote afdeeling der aardoppervlakte, somtijds zelfs een klein gedeelte daarvan, heeft alzoo zijne eigene menschengroep, die wij nergens aantreffen, zoodat wij voor de menschen dezelfde wet van geographische beperking moeten aannemen, als voor de dieren. Die overeenkomst valt nog meer in het oog, wanneer wij alleen onze aandacht vestigen op de diersoorten, die elkander in de verschillende streken der aarde vervangen. Eenige voorbeelden zullen duidelijk maken, wat met deze vervanging bedoeld wordt. In het noorden van Europa vinden wij eene wilde stiersoort, den bison, verder den wolf, het hert. Ook in het noorden van Amerika treffen wij eenen bison aan, benevens wolven en herten, welke veel op die van Europa gelijken, maar toch zoo veel van deze laatste verschillen, dat zij als andere soorten moeten worden beschouwd. De Wapiti of het Canadasche hert kan alzoo gezegd worden in