Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/217

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 205 —

of golf-leer van het licht, dan zal ik er mij in verheugen, iets te hebben bijgedragen tot meer algemeene verspreiding eener leer, die haar ontstaan en een goed deel harer ontwikkeling aan onzen grooten landgenoot huijgens verschuldigd is.

 

 

Laat ons aanvangen met een zeer alledaagsch verschijnsel, dat geboren wordt, wanneer een steen in het water wordt geworpen; terwijl die steen wegzinkt, ziet men eene menigte kringen op de oppervlakte ontstaan, die achtereenvolgend uitgaan van het punt waar de steen trof, en zich dan al verder en verder uitbreiden.—Bij naauwkeuriger beschouwing zal men bespeuren, dat het water, wanneer zulk een kring voortgaat, zich eerst boven de oppervlakte verheft en terstond even diep onder haar daalt. Deze betrekkelijk geringe rijzing en daling wordt onderscheidene malen achter elkander herhaald, even zoo veel malen namelijk als het aantal der kringen bedraagt, die voorbijgaan; en al de deeltjes, die even ver van het punt van uitgang gelegen zijn, doen dit te gelijker tijd en in hetzelfde oogenblik; ziedaar dan de verklaring van het eigenaardig uitwendig voorkomen van het verschijnsel. Maar, wij willen nog een oogenblik bij die eenvoudige kringen stilstaan, misschien leeren zij ons nog wel een en ander, dat algemeener toepassing vindt.

De steen drijft door den schok de deeltjes, waarop hij valt weg, en deze stuiven dan met groote vaart naar alle rigtingen, onder de oppervlakte en naar de diepte, uit elkander; maar, zoodra de steen wegzinkt ontstaat eene opening, die terstond door de omgelegen deeltjes der oppervlakte wordt aangevuld. Intusschen komen ook de waterdeeltjes die weggestooten waren, al spoedig terug naar het punt, waar zij oorspronkelijk lagen; want links, regts en naar beneden, overal vonden zij andere deeltjes die hen terugkaatsten en, nu zij hunne oorspronkelijke plaats reeds ingenomen vinden door het van rondom toegestroomde water, gaan zij in de plaats der verdieping blijkbaar eene kleine verhevenheid vormen. Wij willen bij dit verschijnsel nog iets langer vertoeven en het ook onder de oppervlakte vervolgen; het is voor het vervolg nuttig.