Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/244

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 232 —

stellen, als anderzins, zoude behoeven,—maar dat die niet zoovele en zoo kostbare behoeven te zijn, dat dáárin in de meeste gevallen voor hem een onoverkomelijke hinderpaal zou gelegen zijn. Vooral echter leert hij er helderder door inzien, dat het hem nergens, waar hij ook zijne woonplaats hebben moge, aan stof tot onderzoek en leering zal ontbreken. Want overal en voor ieder, maar wel het meest voor den bewoner van het platte land en van daarmede gelijkstaande kleine plaatsen, ligt het groote boek der Natuur geopend, wachtende op hen, die er in wenschen te lezen. Niemand dan, die over tijd, en over eenige betrekkelijk zeer geringe middelen beschikken kan, kan zich met reden beklagen, dat de gelegenheid hem ontbreekt, om aan zijnen lust tot onderzoek te voldoen.

Het is zeker, dat men, indien men naar zijn vermogen het voorbeeld van white tracht te volgen, den kring zijner onderzoekingen binnen betrekkelijk enge grenzen bepalen moet. Maar die enge grenzen kunnen de stof aanbieden voor de studie van een leven. Ik zag onlangs in een Duitsch tijdschrift een opstel, waarvan de titel was: "de wonderen eener sloot." Welnu, eene gewone sloot is werkelijk eene kleine wereld, die den vlijtigen en naauwkeurigen onderzoeker duizend wonderen te aanschouwen geeft. De planten en de dieren die er in leven, het zamenstel van beiden, de wijze waarop de eerste groeijen, en waarop zij invloed oefenen op de gesteldheid van den bodem, waarop het water der sloot rust, de huishouding en voortplanting der laatsten, de betrekking tusschen al die dieren en planten onderling,—dit alles na te vorschen en te leeren kennen is niet het werk van korten tijd of van geringe moeite, maar de uitkomsten dier navorschingen beloonen tevens den daaraan besteden tijd en arbeid rijkelijk.—In 't algemeen is eene grondige kennis aangaande den dieren- en plantenschat (de Fauna en Flora) van eene zekere bepaalde landstreek, en aangaande den bodem daarvan, eene zaak van hoog belang, en oneindig verre te verkiezen boven die oppervlakkige en fragmentarische kennis, waarmede vele liefhebbers der Natuurlijke historie zich te vrede houden. Zij is dit ook, omdat zij een deel uitmaakt van de kennis der Natuurlijke historie van ons vaderland. En welke kennis kan