— 237 —
langste en voor violet het kortste; voor het rood bedraagt zij één zestienhonderdste eener Ned. streep, voor het oranje 1⁄1730 voor het geel 1⁄1820 voor het groen 1⁄1960 voor het licht-blaauw 1⁄2100 voor het indigo-blaauw 1⁄2220 eindelijk voor het violet slechts 1⁄2400. De snelheid, waarmede al die golfjes zich voortplanten, bedraagt, zoo als ik reeds aangaf, 280 millioen ellen in ééne seconde; met behulp van deze grootheden laat zich nu zeer eenvoudig het aantal trillingen berekenen, dat een aether-deeltje in ééne seconde maakt. Wanneer wij bijv. rood licht waarnemen, dan gaat elk aether-deeltje 448 duizend malen heen en weder in het millioenste gedeelte eener seconde; dan wordt het oog dus door 448 duizend golfjes in het millioenste gedeelte eener seconde aangedaan. Bij zulke uitkomsten treden die, welke voor het geluid zijn verkregen, geheel op den achtergrond; wat zegt b.v. eene snelheid van voortplanting van 332 ellen tegen eene van 280 millioen!
Ik ga u thans, lezer, weder eenige oogenblikken terug brengen tot het zeer alledaagsche. B C in ommestaande fig. 4 stelt eenen muur voor, welke slechts ééne poort of opening a b heeft, en D E is een tweede wand op eenigen afstand daarvan verwijderd; regt tegenover de poort a b ligt een punt A en uit dit punt komen achtervolgend eene menigte paren wandelaars voor den dag, die allen op de poort a b los gaan en dan verder naar eenig punt van den tweeden wand bijv. r voortgaan. Van elk paar gaat altijd de een aan de linkerzijde a door de poort, en de ander aan de regterzijde b; hierom gaat reeds terstond de een uit A regt toe regt aan naar a, terwijl zijn nevenman op b aanloopt en, wanneer zij dan bijv. naar het punt r moeten, zal de een langs a r en de ander langs b r verder gaan. Ik moet de opvolgende paren nog van elkander kunnen onderscheiden en stel daarom, dat, regelmatig om den anderen, eerst een paar heeren, dan een paar knechts, dan weder een paar heeren, dan weder een paar knechts, en zoo al verder, voor den dag komen. Mijne paren hebben verder nog dit bijzondere, dat zij elkander allen op gelijke afstanden van bijv. ééne el volgen; zoodra een paar heeren ééne el van A is voortgegaan volgen hunne knechts, en ééne el achter deze knechts komt reeds weder een paar nieuwe heeren, en zoo al verder; alle wandelaars loopen