Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/255

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 243 —

voor oogen houden en mag dan wegknippen en omsmelten tot men iets verkrijgt dat, met behulp van meer alledaagsche voorstellingen, aan het publiek kan worden aangeboden. De wetenschap eischt zuiverheid in de wijze van voorstellen; ik heb mij daarom wel gewacht om onwaarheden te verkondigen of valsche begrippen te planten; maar ik vreesde aan de andere zijde toch op de geduchte klip van dorheid en onverstaanbaarheid te vervallen en koos daarom een populair voorbeeld tot punt van uitgang voor een moeijelijk onderwerp.

Maar dit daargelaten—want de langste narede zou toch een verkeerde greep van mijne zijde niet kunnen vergoelijken—gij hebt, lezer! die nevenvlammetjes gekleurd gezien. Ook hiervan wil ik nog eene eenigzins bevredigende verklaring geven. Wij hebben gezien, dat het punt p, fig. 4 of 5, ter regterzijde zoodanig gelegen was, dat de afstand a p juist eene halve golflengte grooter was dan b p; immers juist dit verschil werd gevorderd, opdat het punt p volkomen donker zou zijn; wij hebben ook gezien, dat het verschil der wegen a p en b p steeds vermeerdert naarmate r al verder en verder van het punt o wordt verwijderd; nu dan, wanneer de halve golflengte van het licht korter wordt, dan zal immers het eerste donkere punt voor kortere golflengte digter bij o moeten vallen? Wanneer dan p het eerste donkere punt van het rood (met zijne langste golflengte) voorstelt, dan zal immers het punt ij b.v., dat digter bij o ligt, het eerste donkere punt voor oranje voorstellen, (welks golflengte iets korter is) en dan zal het punt d, dat nog veel digter bij o valt, het eerste donkere punt aanwijzen voor het violette licht, welks golflengte de kortste van allen is. Wanneer verder het eerste verlichte punt voor rood valt in m, dan zal het eerste verlichte punt voor oranje vallen in z en dat voor violet in e, die beiden veel digter bij o liggen. Zoo gaat het nu voor alle andere punten; terwijl p, m, r, t, enz. en q, n, s, u enz. de afwisselende donkere en verlichte punten voorstellen voor het rood, met zijne langere golflengte, zullen d, e, i, k, f, g, h, l enz., die achtereenvolgens allen digter bij o vallen, de overeenstemmende punten zijn voor het violet. Denken wij ons oog nu in de eerste licht-streep regts eerst in e, dan is daar het