— 306 —
Ouder wordende, beginnen zich allengs hunne pooten te ontwikkelen (zie b, c), en zoodra deze groot genoeg zijn, om door hunne bewegingen het ligchaam voort te stuwen, begint de nu nutteloos geworden staart in te krimpen (d) en verdwijnt spoedig geheel (e). Bij andere kruipende dieren daarentegen, b.v. de watersalamanders (zie Fig 8), die slechts korte pooten bezitten, waarmede zij wel loopen maar niet zwemmen kunnen, blijft de staart gedurende hun geheele leven bestaan.
Fig. 8. Watersalamander. (Triton cristatus.) Eenen dergelijken zijdelings platgedrukten staart treffen wij ook aan bij eenige weinige zoogdieren, die hun leven meerendeels in het water doorbrengen. Vooral verdient als zoodanig genoemd te worden de Desman of Russische Muskusrat (Myogalea moscovitica) (zie Fig. 9), een dier dat in de meeren en rivieren van zuid-oostelijk Rusland leeft, en zich met water-insekten en hunne maskers, maar vooral met bloedzuigers voedt, die het zeer behendig met zijnen tot een snuit verlengden neus uit den modder weet te halen. De vrij lange en platte staart is niet met haren, maar met schubben bedekt, en dient hem als eene uiterst bewegelijke roeispaan.
Minder volkomen tot dat doel ingerigt is de staart van de Ondatra of Canadasche Muskusrat (Fiber Zibeticus), daar deze slechts aan het einde plat en geschubd is. Dit dier behoeft trouwens ook geen zoo krachtig werktuig tot snelle voortbeweging, daar het niet van dieren maar van waterplanten leeft.
Juist in de tegenovergestelde rigting plat gedrukt, is de breede,