Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/32

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 20 —

terwijl de sensuele lobus, dat is het zinnelijke hersengedeelte, bij de wilde stammen veel grooter is. Deze laatste staan daarom verstandelijk lager dan de Mexicanen, Peruanen enz., omdat de verstandelijke verrigtingen als 't ware onderdrukt worden door het overwigt der zinnelijkheid; maar zij zijn daarentegen dan ook woester, moediger, ondernemender, waarom zij ook ten allen tijde de halfbeschaafden vreesselijk hebben gekweld, gelijk nog heden ten dage de wilde Comanches de trage en vreesachtige Mexicanen doen.

De Amerikanen nu stammen,—altijd volgens de nieuwste bestrijders van de eenheid des menschdoms,—niet uit Azie af, niettegenstaande men dit vaak beweerd heeft. Zij gelijken niet op de Mongoolsche stammen van oostelijk Azie, hebben andere zeden en gebruiken, en de weinige overeenkomsten, die men te dezen aanzien tusschen hen opgemerkt mogt hebben, kunnen zeer wel verklaard worden uit de gelijkheid der omstandigheden, waaronder zij in vele opzigten leven. Maar bovendien zijn de talen, die de Amerikanen spreken, geheel eigenaardig, en hebben geene de minste gelijkenis met eenige andere taal, Aziatisch of niet. Intusschen zoude hunne taal, zoo de Amerikanen van elders afkomstig waren, toch ten minste eenigermate de sporen van hunne afstamming moeten toonen.—Verder bezat geen der volken van Amerika ooit een alphabeth, noch ook eenige der tamme dieren van de oude wereld, en zij misten vele van de oudste kunsten der Europeanen en Aziaten, terwijl hunne landbouwplanten alleen aan Amerika eigen waren. Hunne rekenkunst was bovendien geheel eenig, en hun kalender was ongelijk aan die van alle andere natiën. De korte periode van zeven dagen, de week, zoo algemeen aangenomen over bijna geheel Azië en Europa, was hun onbekend, daar zij bij perioden van dertien of ook van twintig dagen telden.

Over de uitgestrekte landstreek, door het gebied der Vereenigde Staten, Mexico, Centraal-Amerika en Peru ingenomen, is een overgroot getal oude gedenkteekenen verspreid, bestaande in kringswijze wallen en vooral in door kunst opgeworpen heuvels van steenen en aarde, aangaande wier oorsprong de overleveringen der thans bestaande stammen zwijgen. De hooge ouderdom dier heuvelen,