Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/360

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 348 —

Pingré, die de loopbanen van niet minder dan twee-en-dertig kometen heeft berekend en zich voor het onderzoek van de beweging dier ligchamen, in het algemeen, ongelooflijk veel moeite heeft getroost, kon niet nalaten zich in het bijzonder de kometen van de jaren 1264 en 1556 aan te trekken, die door de vermeende overeenstemming harer loopbanen een zoo hoog gewigt hadden verkregen. De opgaven omtrent de komeet van het jaar 1264, die struyck had weten bijeen te brengen, waren, voor de bepaling harer loopbaan, volstrekt ongeschikt, en die van den broeder aegidius, van welke dunthorne zich bediende, lieten niet veel meer dan eene ruwe schatting der loopbaan toe, maar pingré heeft in eene geleerde verhandeling over de komeet van het jaar 1264, die door hem in het jaar 1761 bij de Akademie van wetenschappen te Parijs werd overgelegd, aangetoond, dat voor de berekening van de loopbaan dier komeet onvergelijkelijk beter opgaven bestonden, dan die welke dunthorne daartoe had aangewend. Naar onderscheidene berigten openbaarde deze komeet zich het eerst, juist op den dag toen Paus urbanus IV in zijne laatste ziekte verviel en verdween zij juist op den dag van diens dood. Men meende daarom dat zij verschenen was, om de ziekte en den dood van den Paus aan te kondigen, en de beschrijvers van diens leven hebben daarin aanleiding gevonden, om, aangaande de beweging dier komeet, iets meer dan naar gewoonte mede te deelen. Pingré vond een Latijnsch gedicht over het leven van urbanus IV, van eenen tijdgenoot, met name thierri de vaucouleurs, herkomstig, waarin vrij naauwkeurig het punt van den hemel werd vermeld, waar de komeet zich, althans op één bepaald tijdstip, vertoonde. Pingré bewees dat de berigten van den broeder aegidius in strijd waren met elkander en met die van meer bekwame berigtgevers, en hoezeer hij, uit een groot aantal boekwerken, opgaven omtrent de komeet bijeen bragt, waren er, buiten die van thierri, slechts weinige te vinden, die als de uitkomst van eene eigenlijke waarneming beschouwd konden worden. Er was echter niet aan te twijfelen, dat de loopbaan der komeet zich, uit de door pingré verzamelde opgaven, veel naauwkeuriger zoude laten bepalen, dan dit door dunthorne