Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/452

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
30
IETS OVER DEN PIETERMAN.

door een dubbel vlies verbonden zijn. Dit vlies is kleurloos, maar tusschen zijne beide platen bevindt zich eene zwarte vloeistof, waardoor het schijnt alsof er eene groote zwarte vlek op de vin aanwezig was. De stekels zelve zijn driekantig of liever bajonetvormig van gedaante, zoodat hunne doorsnede den vorm van eene Δ heeft. Over dezen stekel heen loopt, tot bijna aan de uiterst scherpe punt, een uiterst dun met het bloote oog onzigtbaar vlies, hetwelk op die wijze den stekel omgeeft dat er drie kanaaltjes gevormd worden, doordien de drie zijden der Δ eenigzins ingebogen zijn. In deze kanaaltjes bevindt zich eene heldere vloeistof met luchtblaasjes, uit welker beweging, bij drukking op de vin, men het bestaan dier kanaaltjes en dier vloeistof gewaar wordt. Met deze vin, die de visch naar willekeur kan oprigten en in eene groeve nederleggen, en die hij, volgens pennant, weet te gebruiken en op zijnen vijand te rigten gelijk de haan zijne sporen, geeft hij dien vreeselijken steek, welken men slechts eenmaal behoeft gevoeld te hebben om vervolgens altijd op zijne hoede te zijn. Op het oogenblik dat de steek wordt toegebragt, voelt de gestokene eene alles te bovengaande pijn in het deel, zoodat zelfs de hardvochtigste man de pijn door een schreeuw te kennen geeft; spoedig zwelt eerst de vinger op, vervolgens de hand en de geheele arm, de okselklieren worden opgezet, de lijder stampvoet van pijn, is onrustig, krijgt ontstekingskoorts en zoekt te vergeefs den slaap; de ontsteking bereikt een hoogen graad en heeft geheel het eigenaardige van eene ontsteking der gevoelszenuwen (neuritis). Men wil, dat zelfs somtijds de verwijdering van den gestoken vinger of teen noodzakelijk geweest is om een opvolgenden trismus of kaakkramp te voorkomen, en hoewel zulke erge toevallen den schrijver dezes niet te voren gekomen zijn, zoo heeft hij echter gezien, dat een Maleijer, die in de haven van 't Nieuwe Diep naar een pieterman gegrepen had en er natuurlijk hevig door gestoken was, niettegenstaande zijn meester hem 12 grein opium gaf tot pijnstilling, echter den volgenden morgen in vollen ernst smeekte om hem den gezwollen arm maar af te snijden. Na verloop van een of twee dagen vermindert de pijn, de gezwollen deelen hernemen hunne natuurlijke afmetingen, het steekwondje begint