bewegen zich veel langzamer dan de stralen der eerste soort, die in den onbegrijpelijk korten tijd van het één millioenste gedeelte eener seconde hunne lange baan afleggen, terwijl deze vuurbollen van 1 tot 10 seconden en langer zigtbaar blijven. Deze vuurbollen zijn veel zeldzamer dan de stralen der eerste soort, die bij elk onweder worden waargenomen. Ik zelf durf niet bepaald verzekeren, ze gezien te hebben; slechts eenmaal heb ik te Breukelen in den jare 1853 bij een kortstondig maar hevig onweder vlak voor mij uit, op een afstand van ongeveer 10 à 12 minuten gaans, als 't ware een stuk vuur uit de wolken op een weiland zien vallen.
Dat zij intusschen bestaan, is door talrijke waarnemingen gestaafd, waarvan ik eenige merkwaardige wil mededeelen.
Ten jare 1809 sloeg het onweder in door den schoorsteen van een huis door david sutton te Newcastle upon Tyne bewoond; het drong door in eene kamer alwaar vele personen bijeen zaten, die den vuurbol eerst zagen stilstaan, daarna het midden der kamer bereiken, en toen van een springen. Op den 10 Junij 1849 zag de weduwe espert in de stad Beaujeu tijdens een onweder een vurigen bol van roode kleur nedervallen. Deze bol scheen, tot op een afstand van 5 à 6 el van een boom genaderd zijnde, in vlam te geraken, waarop eene hevige uitbarsting volgde, en vele bliksemstralen in alle rigtingen uitschoten. Een dezer stralen trof een huis in de straat, en sloeg een gat in den muur als of er een kanonskogel was doorgedrongen. Drie menschen in de straat werden omvergeworpen; eene secondante van de institutrice loiseau werd gewond, eene tweede schier verstikt, terwijl vele personen hevige schokken ontvingen. Het laatste mij bekende voorval vond plaats te Parijs des avonds ten half twaalf ure in de maand Junij 1853. Een bureau-chef van het ministerie van binnenlandsche zaken, meunier genaamd, zag in de straat Montholon een' bliksemstraal schitteren, waarbij een vurige bol op de Aarde viel en vaneen sprong, waardoor meunier tegen een huis werd geworpen. Maar ik mag niet langer verwijlen bij deze merkwaardige lichtverschijnsels, die eene meer naauwgezette waarneming verdienen. Ontwijfelbaar bestaan zij uit weegbare aardsche stoffen die op eene onbekende wijze zich verbinden, en den vorm van bollen aannemen.