Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/300

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
272
269
DE VESUVIUS EN ZIJNE GESCHIEDENIS.

Hij vertoont ons het overigens onder de vulkanen niet zeldzame voorbeeld van een berg in een berg. De buitenrand des bergs namelijk, de Monte Somma, is het overblijfsel van den ouden, in den voortijd gevormden krater; de oude kraterrand is alleen aan den zeekant verdwenen, en vertoont aan de landzijde een van buiten glooijenden, naar binnen steil afhellenden wal, aan de Noordzijde hoog en zamenhangende, aan de west- en zuidwestzijde lager en meermalen afgebroken. De wijdte van den ouden krater, door dezen wal ingesloten, is 3500 Ned. ellen, en uit dien krater verheft zich de nieuwe, in later tijd omhoog gerezen kegel, de eigenlijke Vesuvius.

De halvemaanvormige vallei, welke tusschen den Sommarand en den Vesuviuskegel gelegen is, heet Atrio del Cavallo; het is een overblijfsel van den ouden kraterbodem, met dien verstande, dat de oude krater aanmerkelijk dieper is geweest; want het Atrio wordt door nieuwe lavastroomen aanhoudend opgehoogd. Thans is de hoogte van het Atrio del Cavallo boven de zee ruim 800 Ned. ellen, zoodat de Sommarand 300, en de Vesuviuskegel 400 Ned. ellen zich daarboven verheft.

Doorsede van de Vesuvius en omgeving

De bijgevoegde doorsnede van het gebergte vertoont ons de hoogte dezer punten en de hellingen van het gebergte in de natuurlijke verhouding; de gestippelde lijn, voorstellende den voormaligen kraterbodem, is wat hare hoogte betreft natuurlijk eenigzins twijfelachtig.

Wanneer wij, van uit het Atrio del Cavallo, onzen blik naar den steilen binnenrand der Somma rigten, waar geen boom of plant op de afbrokkelende helling kan stand houden, en niets ons oog belemmert, dan zien wij den berg uit honderde afwisselende banken of lagen van lava en conglomeraten zamengesteld; de lavastroomen vertoonen door hunne sinterachtige korst van boven en van onderen nog duidelijk de sporen