Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/347

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
319
KOKELEKO-NOTEN.

volg.); ook niet in den Katalogus der planten van Buitenzorg (Java) van 1844. Zoo zij dus in onze koloniën gekweekt worden, moeten zij daar later ingevoerd zijn. Voor eene nadere en wetenschappelijke omschrijving en afbeelding van het gewas kan men onder anderen nazien: humboldt en bonpland Plantes équinoctiales I, p. 122, tab. 36; poiteau in Mémoires du Muséum d'hist. nat. XIII, p. 148, tab. 4; decandolle Prodromus III, p. 293; f.j.f. meijen, Grundriss der Planzengeographie Berlin 1836, p. 409—411.

De Bertholletia behoort tot de aan de keerkringslanden en in NieuwHolland bijna geheel eigene natuurlijke afdeeling der Mirt-achtigen (Myrtaceae), die ons een aantal geurige en specerijachtige geneesmiddelen en kruiderijen verschaffen, gelijk men dit voor een deel bespeurt aan de aangename aromatieke geur der met talrijke fijne klierachtige stippen voorziene bladen, zoo als in onze gewone Mirt. Zulke aromatieke geneesmiddelen zijn de kajepoet-olie, afkomstig in de Oost van 2 soorten van Melaleuca, de gewone geurige Mirt (Myrtus communis), de krachtige piment, vruchten van Eugenia Pimenta dec. en de zoogenoemde kroon-piment van Myrcia pimentoides dec. en Myrcia acris dec.; de kruidnagel, zijnde bloemknoppen van Caryophyllus aromaticus L. Voorts een groot aantal eetbare, saprijke vruchten of zaden, zooals de West- en Oostindische guave, zijnde vruchten van Psidium Guava raddi, welke ook wel als guava-gelei naar Europa gebragt worden, de vruchten van Myrtus tomentosa aiton in het Neilgerriegebergte, in Indië, kruisbezieboom geheeten; van Eugenia Michelii lamarck, onder den naam van Cerisier de Cayenne in Fransch Guyana bekend en ook op Martinique gekweekt; van Eugenia floribunda dec., veel op morellen gelijkende en, als guava berry, om hare aangename geur op de Westindische eilanden hooggeschat, onderscheidene soorten van Jambosa, als djamboe of jamboe in de Oostindiën en als rozenappel in Suriname bekend en meer andere Jambosa's, Eugenia's enz.,—van het geslacht Eugenia alleen noemt decandolle 191 welbekende soorten op; voorts de in de Westindiën gekweekte potboom, quata-pot van Suriname, dat is Lecythis Ollaria l., welke van boven met een kring, als het deksel van een doos, openspringt en een groot aantal eetbare zaden bevat; de vruchten van Couroupita guyanensis aublet, een boom van Guyana en aldaar als abricot sauvage bekend,