Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/408

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
378
EENE WANDELING TE PARIJS.

afzonderlijk genomen, en zegge wat iemand, die dit vak grondig en tot in de kleinste bijzonderheden zou willen bestuderen, bij de lessen van morin, tresca, en becquerel meer zou kunnen wenschen. Een vervolg op de fabriekwerktuigen, die wij beneden reeds in de zaal der draaibanken aantroffen, staat hier na de stoommachines ten toon gesteld, en teregt, want die hier staan zijn dezulke, voor welker werking het bestaan en de hulp van een stoomwerktuig onmisbaar is.

Tot nog toe was het alles werktuigen, alles mechanika wat wij zagen. Met eenigen grond zou men, tot hier gekomen, kunnen vragen, of de scheikunde, een der jongste en toch zeker een der magtigste van alle onderdeelen der algemeene natuurwetenschap, in het Conservatoire niet is vertegenwoordigd. De vraag zou hier dadelijk een antwoord, en een volkomen geruststellend, kunnen vinden, hoewel niet in hetgeen, wat ons uit de scheikunde het allereerst in 't oog valt. Want ziedaar een model van een scheikundig laboratorium van voor eene halve eeuw, in 't klein natuurlijk, maar zeer uitvoerig en tot de geringste bijzonderheden getrouw. Het herinnert ons onwillekeurig aan die keukentjes, waarmede onze kinderen spelen, en wij kunnen ons best voorstellen, dat een macquer of berthollet het voor zijn zoontje zoo heeft laten maken en dat de kleine jongen er heel zoet scheikundigje mee gespeeld heeft. Gelukkig zien wij al aanstonds daarop iets degelijkers volgen: het is een model op vrij groote schaal van eene gasfabriek, vooral ter verklaring van de beste inrigting der gashouders.

"Dus toch van het eigenlijk physische deel eener gasfabriek vooral," zegt een jong scheikundige, die ons vergezelt. Maar wij brengen hem dadelijk in dat kleine zaaltje daar in den hoek, en laten hem zijne oogen weiden aan die fraaije monsters van zee- en klipzout uit Frankrijk en ook uit andere landen, en staan zelve even stil bij dat prachtige monster bloedloogzout, ééne kristalmassa van 26 kilogrammen gewigt. Onze scheikundige slaat den catalogus op en ergert zich, dat het daar prussiate de potasse genoemd wordt!

In de nu volgende zaal heldert zijn gelaat weder op. Het is die van het porselein en aardewerk. Terwijl wij die ontelbare menigte