Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/442

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
24
ABUM DER NATUUR. WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

Overigens vonden kölliker en müller, dat het amygdaline, hetzij in de ader, hetzij in de darmen ingespoten, in aanzienlijke hoeveelheid en somtijds spoedig in de urine overgaat, waaruit het in 1 à 2 dagen weder verdwijnt. (Hierin wijken de proeven van K. en M. af van die van andere waarnemers, welke genoemde stof in de urine òf niet met zekerheid, òf in mierenzuur veranderd vonden. Of dat zuur naast het onontlede amygdaline in de urine voorkomt, is door beide geleerden niet onderzocht.)

A. Cn. 
 

De flesschenpost.—Deze soort van post bestaat reeds sinds ongeveer eene halve eeuw en is in den laatsten tijd tot een bepaald stelsel gebragt. De kapitein van een vaartuig geeft namelijk van het punt, waar hij zich bevindt, berigt, door zijne mededeeling op eene strook papier te schrijven, deze in eene flesch te leggen, die te verzegelen en aan de golven over te geven, in de hoop, dat de flesch op de eene of andere plaats opgevischt en haar inhoud bekend gemaakt zal worden. Nu heeft een scheepskapitein, berrcher, zich reeds sedert geruimen tijd bezig gehouden met het verzamelen van alle berigten, die gevonden worden in de in zee opgevischte flesschen. Hij ontwierp eene zeekaart, waarop naauwkeurig de reizen zijn aangegeven, welke elke flesch heeft gedaan van haar punt van uitgang tot daar, waar zij werd gevonden: beide punten zijn door eene lijn verbonden. De kaart vermeldt de reizen van 119 flesschen, en omvat slechts het gedeelte van den Atlantischen oceaan, dat tusschen de Orkney-eilanden en Guinea ligt. Vele flesschen, die digt bij de kust van Afrika in zee geworpen werden, vonden haren weg naar Europa, en dit feit komt in zeker opzigt overeen met hetgeen men tot dus verre ten aanzien van de strooming van den Atlantischen oceaan feitelijk heeft leeren kennen. Bij de zeekaart van bercher is gevoegd eene tabel, waarop vermeld worden de berigten, welke in de flesschen waren bevat, de namen van de punten van uitgang en aankomst, de tijd gedurende welken ze onderweg waren, en de namen der afzenders en vinders. Eene flesch werd eerst 16 jaren na hare verzending gevonden, eene andere was 14 jaren onderweg, twee andere 10 jaren; de meesten dreven niet boven het jaar rond. De kortste tijd, dat eene flesch in zee was, bedraagt 5 dagen. Zij werd door den kapitein van het schip Racehorse den 17 April in de Carribbeauzee [? Caribische zee] weggezonden en reeds den 22sten daaropvolgende opgevischt; ze had in dezen korten tijd drie lengtegraden in westelijke rigting afgelegd.—Aan dezen flesschenpost heeft men onder anderen vele belangrijke berigten te danken betreffende de Noordpool-expedities.

(Fleischhauer's Popul.-physikal. Handworterb. f. Schule und Haus, 1857.)

A. Cn.