Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/511

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
93
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

bovendeel lager staat, en wel veroorzaakt een verschil in hoogte van een m.m. bij de opgegeven wijdteverhouding een verschil in stand van twee duimen in het horizontale deel. Men verkrijgt dus eene groote gevoeligheid bij een volstrekt standvastig niveau.

Deze barometer heeft zeker niets anders tegen zich dan de groote en eenigzins onhebbelijke ruimte die hij beslaat. Waarschijnlijk zal dit wel de eenige oorzaak zijn, waarom hij niet reeds algemeen in gebruik is gekomen of gebleven. Want, ongelukkig voor de celles, heeft cassini reeds, misschien drie vierde eeuw geleden, volkomen dezelfde inrigting uitgedacht en beschreven, welke eenige jaren daarna aan dezelfde akademie door jean bernouilli werd aangeboden, (j. bernouilli opera omnia II pag. 207, en mulders scheikundige werktuigkunde II bl. 63). De celles heeft evenwel in de horizontale buis een klein ijzeren cylindertje geplaatst, dat bij het dalen des barometers door het kwik voortgeschoven wordt en bij het rijzen liggen blijft, dus de minima aanwijst.

Ln. 
 

Eene nieuwe planeet. Den 13den September gaf de heer goldschmidt, de schilder, die zich zelven tot sterrekundige heeft gevormd, aan de Fransche Akademie berigt, dat hij den 10den September weder eene nieuwe planeet heeft ontdekt. Het is de elfde, waarvan de wetenschap de ontdekking aan goldschmidt verschuldigd is. De abt moigno heeft er op zijn verzoek eenen naam aan gegeven, en wel dien van Alexandra.

In getal van ontdekkingen van nieuwe planeten staat goldschmidt boven aan. Op hem volgt hind, die er van 1847 tot 1854 tien gevonden heeft. Dan volgen de gasparis en luther, die er elk zeven ontdekt hebben. Chacornac vond er vijf; pogson drie; encke en ferguson elk twee; graham, marth en laurent elk een. Alle deze ontdekkingen, te zamen 50 bedragende, zijn gedaan sedert 1845. Voegt men er Cérès, Pallas, Juno en Vesta bij, die van 1801 tot 1807 door piazzi, olbers en harding ontdekt zijn, dan bedraagt het geheele getal der thans bekende kleine planeten, welker loopbaan tusschen de loopbanen van Mars en Jupiter gelegen is, vierenvijftig, (l'Institut, 1858, p. 301).

Hg. 
 

Nieuwe groene kleurstof in planten. Verdeil heeft bevonden, dat wanneer men het vleezige kleurlooze weefsel der nog onontwikkelde bloemhoofdjes van den paardedistel en van den artisjok met water kookt, het uitgeperste kleurlooze vocht, onder de tegenwoordigheid van eenige droppels eener oplossing van koolzure soda of van kalkwater en onder toegang der lucht, allengs eene donker groene kleur aanneemt. Aluin, azijnzuur lood en tinoxyd preacipiteren