Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/545

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
17
PLANEET SATURNUS

afstand van de planeet uitstrekt, terwijl men tusschen de binnenzijde van den ring en de planeet de donkere hemelruimte aanschouwt nagenoeg in den stand zooals wij haar in fig. 4 hebben afgebeeld, en zooals zij zich vertoont, wanneer men haar door eenen de voorwerpen omkeerenden kijker aanschouwt. Het vlak des rings, dat wij zien, is alzoo het zuidelijk vlak.

De afmetingen zijn volgens struve deze:

Tabel

De dikte van den ring is naar evenredigheid uiterst gering en bedraagt volgens herschell 24, volgens bessel 29.6, volgens schröter echter 119 geogr. mijlen. De massa is 1118 van die der planeet.

De later, in November 1850, nagenoeg gelijktijdig door den Amerikaanschen sterrekundige bond en den Engelschen sterrekundige dawes ontdekte donkere ring strekt zich van den binnensten verlichten ring tot op nagenoeg de helft of volgens anderen tot op 14 gedeelte van de tusschenruimte uit. Door struve werd de breedte bepaald op 2"04, hetgeen overeenkomt met 1940 geogr. mijlen. Uit naauwkeurige afbeeldingen, door vroegere sterrekundigen vervaardigd, schijnt te blijken, dat ook zij dezen donkeren ring reeds gezien hebben en wel doordien zij den ring, voor de schijf van de planeet langs gaande, door eene zeer goed waar te nemene donkere streep van de planeet zagen gescheiden. Men meende deze streep toen te moeten verklaren als eene