Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/789

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
261
ALEXANDER VON HUMBOLDT.

afwisseling dan thans;" schreef hij van daar "ik ben reeds lang uit mijn vak weg getrokken en met werkzaamheden, die met de diplomatische bevelen van den minister von hardenberg zamenhangen, belast; meestal volgde ik den veldmaarschalk möllendorf en zijn hoofdkwartier; thans ben ik hier op zijn bevel in het Engelsche leger. Van Uden ga ik den 14den naar het graafschap Altenkirchen, vandaar naar het leger bij Kreuznach en Frankfort. Zoo gaat het steeds voort. Opgeruimd was ik weinig, maar ook te verstrooid om treurig te wezen. Ik won aan nieuwe ideën en het bestendige reizen in streken, die voor de mineralogie belangrijk zijn, heeft mij tot mijn werk over de lagen der gesteenten veel geholpen."

In 1796 werd hij nogmaals door den minister von hardenberg naar het Fransche hoofdkwartier gezonden om bij den generaal moreau uit te werken, dat de Hohenlohsche bezittingen door de Franschen verschoond werden.

Maar ook in dat woelig tijdvak van zijn leven zette hij zijne studiën ijverig voort. Behalve zijne chemische onderzoekingen over de natuur der gasontploffingen in de mijnen verzamelde hij de stof tot zijn groot werk: Ueber die gereizte Musket- und Nervenfaser, nebt Vermuthungen über den chemischen Process des Lebens in der Thier- und Pflanzenwelt, hetwelk eerst in 1797 in twee deelen werd uitgegeven.

De lang gevreesde dood van zijne moeder, in November van het jaar 1796, bragt hem nader tot de uitvoering van hetgeen reeds sedert lang zijn hoogste wensch was geweest. Hij verlangde vurig de tropische landstreken te bezoeken. Maar hij wilde zich daarop met alle noodige wetenschap voorbereiden. Hij had zich daarom reeds geruimen tijd met de praktische astronomie ten behoeve van geographische plaatsbepalingen bezig gehouden. Hij wenschte nu geheel onafhankelijk zijn leven aan natuuronderzoek toe te wijden. Daarom legde hij zijne betrekking bij de Baireuthsche bergwerken neder en begaf zich naar Jena. Drie maanden hield hij zich hier met de studie der anatomie bezig, terwijl zijn omgang met schiller en göthe in die maanden hem tot in zijn hoogen ouderdom onvergetelijk bleef.

Nu zoude hij dan eindelijk aan den lust zijns harten kunnen vol-