van deze bergen tot eene vroeger nooit bereikte hoogte. Zoo geraakten ze op den Chimborasso tot de hoogte van 18096 voeten. Zij stonden hier op het hoogste punt der aarde, dat ooit door een menschenvoet gedrukt was. Slechts eene diepe kloof scheidde hen van den hoogsten top, die nog 2004 voet hooger dan hun standpunt lag.
Na Quito verlaten te hebben, trokken zij door den Andes-pas in den Paramo de Assuay, over Cuença en de kinabosschen van Loxa, daalden in het dal van de Amazonen-rivier bij Jaen de Bracamoros af en bereikten zoo over de hoogvlakte van Caxamarca de westelijke afhelling van de Cordilleras van Peru. Hier genoten zij op den Alto van Guangamarca van eene hoogte van 9000 voet het eerste lang gewenschte uitzigt op den grooten Oceaan. Bij Truxillo kwamen ze aan de kust en gingen door de dorre zandwoestijnen van Beneden-Peru naar het met tuinen omgeven Lima. Nadat zij hier den voorbijgang van Mercurius voor de zon hadden waargenomen, scheepten zij zich te Callao in. Na eene vermoeijende vaart te Acapulco geland (23 Maart 1803), zetten zij hunne reis over Tasco en Cuernaraca voort naar de hoofdstad van Mexico, waar zij eenige maanden vertoefden. Van hier bezochten zij de noordelijk gelegene steden Guanaxuato en Valladolid, doorkruisten de provincie Mechoacan niet ver van de kust der Zuidzee, onderzochten den sedert 1759 losgebroken vulkaan Jorullo en keerden over Toluca naar Mexico terug, waar zij hunne rijke verzamelingen en hunne veel omvattende waarnemingen in orde bragten.
In het jaar 1804 begaven de reizigers, nadat zij nog vooraf den vulcaan van Toluca (14232 voet hoog) en den Cosre de Perote (12588 voet) bestegen en gemeten hadden, door de eikenwouden van Xalapa naar Veracruz, waar zij zich naar de Havanna inscheepten. Na hier twee maanden te hebben doorgebragt, zeilden zij naar Philadelphia in de Vereenigde Staten. Slechts weinige weken konden zij hier het gastvrije onthaal van den edelen jefferson, den president der Vereenigde Staten, genieten. Den 9 Julij verlieten zij Amerika en kwamen na eene voorspoedige vaart den 3 Augustus 1804 te Bordeaux aan, verrijkt met een schat van naturaliën en waarnemingen op het gebied van natuurwetenschap, geographie en statistiek, welligt grooter dan nog ooit te voren een reiziger had aangebragt.