Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/800

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
272
ALEXANDER VON HUMBOLDT.

zoekers uit alle deelen der aarde. Vooral in den avond van zijn leven legde hij eene werkzaamheid in het brieven schrijven aan den dag, die, als men zijne hooge jaren en zijnen veelzijdigen arbeid in aanmerking neemt, bewonderenswaardig is. Met Duitschers, Engelschen, Franschen, Amerikanen onderhield hij eene uitgebreide briefwisseling, meestal over wetenschappelijke onderwerpen—en hij schreef al zijne brieven met eigen hand.

Bij de meeste belangrijke ondernemingen, tot uitbreiding van de natuurwetenschap, vooral bij ontdekkingstogten werd zijn oordeel gevraagd—en nooit teruggehouden. Wij maken hier bij voorkeur melding van de reis rondom de wereld door het Oostenrijksche fregat Novara. De voornaamste geoloog van Weenen, Dr. hochstetter, had zich in Januarij 1857 naar Berlijn begeven, om daar over den voorgenomen togt het oordeel van vele geleerden, maar vooral dat van humboldt in te nemen. De grijsaard ging met den jongen natuuronderzoeker de geheele reisroute door en maakte hem overal op gewigtige en belangrijke zaken opmerkzaam. "De zeldzaamste namen van vulkanen in alle streken der aarde zijn hem zoo eigen," verhaalt hochstetter vol verwondering, "alsof hij zijn gansche leven zich daarmede alleen had bezig gehouden." Korten tijd daarna zond humboldt éene door hem gestelde instructie voor dezen togt, acht folio bladzijden groot, naar Weenen. Hij besluit ze met de betuiging, dat hij niet meer onder de levenden zijn zal, als de Novara op zijne terugkomst van zijne reis rondom de wereld op de reede van Triest het anker zal uitwerpen, en dat hij zich reeds vooruit beklaagt, de ongetwijfeld rijke vruchten van dien togt niet meer te kunnen aanschouwen.

Met bonpland, zijnen vriend en reisgenoot van vroegere jaren, onderhield hij, voor zoo veel de verre afstand van verblijfplaats dit toeliet, de meest hartelijke vriendschapsbetrekking. Na hunne terugkomst in Frankrijk was bonpland aangesteld tot opperbestuurder van de tuinen van Malmaison, het buitengoed van de keizerin josephine, waar zich eene prachtige verzameling van buitenlandsche gewassen bevond. Maar na den val van napoleon beviel het hem in Frankrijk niet meer. Hij ging in 1818 als professor in de Natuurlijke geschiedenis naar Buenos-Ayres. Men hoorde toen in langen tijd niets van