Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/881

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
353
DE LEIDENFROST'SCHE DRUPPEL.

schaaltje en de vloeistof in den spheroïdaalstaat plaats vindt, heeft boutigny de volgende proef genomen. Hij verhitte een horizontaal geplaatst zilver-plaatje en druppelde hierop eenige greinen zwart gekleurd water; wanneer hij nu op eenigen afstand in de rigting van het vlak der plaat een kaarslicht plaatste, kon hij dit licht tusschen de drup en de plaat door duidelijk zien. Hetzelfde heeft poggendorpf[1] trachten te bewijzen, dat namelijk de spheroïdale drup van de metaalvlakte gescheiden is doordien de elektrische stroom niet overgaat. Buff[2] heeft echter aangetoond, dat bij grootere druppels wel degelijk de overgang van elektriciteit plaats heeft en er slechts eene vertraging op te merken is.

 

De oorzaak eindelijk, waarom het gloeijende schaaltje door het water niet bevochtigd wordt, meent boutigny aldus te moeten verklaren, dat er tusschen de vloeistof en het gloeijende metaal eene eigendommelijke afstooting te voorschijn komt, die aangroeit met het verschil van beider temperatuur. Deze verklaring komt met de waarneming van perkins overeen, dat men namelijk bij eene roodgloeihitte een aantal kleine openingen in de wanden eens stoomketels kan maken zonder dat de stoom ontwijkt, terwijl bij eene lagere temperatuur de stoom met kracht uitstroomt. Volgens buff zoude de werking der warmte bestaan in het wegnemen der adhaesie, waardoor in den gewonen toestand vloeistoffen de metaalwanden bevochtigen, terwijl de cohaesie der vloeistofdeeltjes, ofschoon reeds veel verminderd, nog aanzienlijk genoeg blijft om den drupvorm te bewaren, welke door de warmte bevrijd is van de aantrekking der wanden.

 

Wat nu het practische belang van de ontdekking van leidenfrost betreft, dit mag voorzeker belangrijk genoemd worden. Het is buiten twijfel, dat ook onder andere omstandigheden bij aanzienlijke hoeveelheden vloeistof dezelfde verschijning kan ontstaan en dat het springen van stoomketels in vele gevallen aan deze oorzaak is toe te schrijven. Wanneer namelijk de waterstand in den stoomketel te diep gezonken

  1. Poggendorff's Annalen, XII, p. 539.
  2. Annalen der Chemie und Pharmacie, XXVII, p. 1.