Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/941

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
21
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

aangenomen feit onder de fabrikanten van geel koper, dat zoodra de hoeveelheid zink daarin meer dan 33% bedraagt, het mengsel te wit wordt van kleur om nog leverbaar te zijn. Een alliage in de bovenstaande verhoudingen, met zorg bereid, om het zooveel mogelijk homogeen te maken, is evenwel van veel fraaijer gelen tint, dan de gewoonlijk gebezigde.

In alliages van koper en tin (brons) neemt de hardheid met de hoeveelheid koper toe. Daarbij merkten C. en J. evenwel de vreemde omstandigheid op, dat de alliages Sn Cu2,, Sn Cu3 enz., tot Sn Cu9, allen bros en breekbaar waren, terwijl Sn Cu10 smeedbaar was, maar zoo hard als ijzer bijna.

Wij meenen hierbij onze lezers te mogen waarschuwen tegen een al te onbepaald vertrouwen op deze laatste uitkomsten. Het zou onzes inziens zeer wel kunnen zijn, dat zij onwezenlijk waren, alleen door bijkomende en niet in rekening te brengen oorzaken voortgebragt. Wie b.v. eens bij eenen goudsmid gezien heeft van wat luttele, bijna onbegrijpelijk kleine bijomstandigheden het afhangt, of het metaalmengsel van goud met een weinig koper en zilver, dat hij uit de kroes giet, smeedbaar is of niet, zal begrijpen, dat eerst een groot aantal verschillende smeltingen van metalen in dezelfde verhouding aangaande de physische eigenschappen van eenig alliage zekerheid kunnen geven.

Ln.
 

De elektrische thermometer gebezigd tot bepaling der temperatuur van de lucht, van den bodem en van de planten.[1]—Uit eenige door becquerel met dit hulpmiddel verrigte waarnemingen (z. Compt. rendus XLVII, p. 717) deelen wij hier de volgende mede. De eersten zijn gedaan op eenen Ahorn, staande te midden eener groep van andere boomen, en eenen doormeter hebbende van 4 palm. De temperatuur van het inwendige des booms, op 5½ centim. onder de schors, werd gemeten met den elektrischen thermometer, die van de lucht op het noorden met den gewonen thermometer.

Tabel

  1. Verg. Bijblad 1858, bladz. 84.