Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/993

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.


 

Invloed der drukking op de ijsvorming. Uit vroegere proeven van thomson was gebleken, dat bij eene drukking van 17 atmospheren het vriespunt van water iets meer dan een tiende van een graad daalde. Mousson heeft door middel van eenen eigenen daarvoor ingerigten toestel, waardoor eene veel aanzienlijker drukking kon worden uitgeoefend, bevonden, dat men het vriespunt verlagen kan tot -5°. Met eenen anderen toestel, welke hem in staat stelde eene drukking uitteoefenen, die volgens zijne schatting niet minder dan 13000 atmospheren bedroeg, deed hij ijs, hetwelk eene temperatuur van -18° had weder vloeibaar worden (Ann. d. Phys. u. Chem. CV. s. 161).

Hg. 
 

Invloed der drukking op het geleidend vermogen der metalen voor elektriciteit. Eene der vragen, waartoe het leggen der onderzeesche telegraafkabels op groote diepte heeft aanleiding gegeven is: of het geleidend vermogen van het metaal, ten gevolge der aanzienlijke drukking, waaraan dit onderworpen is ook eenige verandering ondergaat. Elie wartmann heeft onlangs eenige proeven genomen om deze vraag te beantwoorden.

Daartoe werd de stroom eener Bunsensche batterij van zes groote cellen verdeeld tusschen den aan de proef onderworpen draad (een zeer zachte koperdraad van 120 E.d. in doorsnede, bedekt met gutta percha) en eenen anderen geleider; beide verbonden zijnde met eenen gevoeligen Ruhmkorffschen galvanometer, zoodat de naald op 0 bleef staan. Alle aanrakingspunten waren gesoldeerd.

Toen bij eene drukking van negen atmospheren in eenen piesometer geene merkbare verandering in het geleidend vermogen werd waargenomen, bediende zich e. w. van eene pers, waarmede hij drukkingen van meer dan vier honderd atmospheren kon te weeg brengen. Toen bleek hem:

1°. dat bij eene drukking van dertig atmospheren het geleidend vermogen van den koperdraad voor elektriciteit merkbaar begon te verminderen;

2°. dat deze vermindering toeneemt met de drukking;

3°. dat deze vermindering dezelfde blijft, zoolang de uitgeoefende drukking niet verandert, en