Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/151

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
125
AARDBEVINGEN IN CALABRIE.

Te Saponara werd de regter, met zijne jonge vrouw en twee kinderen, onder de bouwvallen zijner woning begraven. Hij werd nog levend uitgedolven, maar zijne vrouw werd dood gevonden, liggende kruiselings over zijne knieën, met hare handen uitgestrekt naar hare doode kinderen. Hij was geheel overstelpt door zijn verlies; sedert dat tijdstip neemt hij nog steeds ijverig de pligten van zijn ambt waar, maar men heeft nog geen glimlach op zijn gelaat gezien, geen woord uit zijnen mond gehoord, dat op het gebeurde betrekking had.

Er worden voorbeelden verhaald, die bewijzen, hoe buitengewoon lang het leven nog kan gerekt worden onder zulke omstandigheden. De reeds boven medegedeelde gevallen van eloisa basili en marianna de franceschi getuigen zulks. In 1783 werd een zeer jong kind op den derden dag uitgedolven en bleef in het leven. Na de laatste aardbeving in December 1857, werden maria antonia palermo en hare beide dochtertjes, waarvan het eene slechts dertien maanden oud was, op den achtsten dag van onder de puinhoopen te voorschijn gebragt; alle drie behielden het leven. Merkwaardig is ook de lengte van tijd, gedurende welken sommige dieren levend zijn gebleven. Men vond eenen ezel nog levend op den vijftienden dag, en in 1783 werden twee muilezels en een kuiken nog levend gevonden op den tweeëntwintigsten en twee jonge varkens op den tweeëndertigsten dag."