VERGIFTIGDE HONIG.
Het verdient opmerking, dat alle tot dusverre vermelde gevallen van vergiftigden honig betrekking hebben op gewassen, die tot de natuurlijke Afdeeling der Heideachtigen (Ericaceae) behooren.
Het oudst bekende geval is dat, wat xenophon in zijne geschiedenis van den terugtogt der 10,000 Grieken vermeldt, waarbij verscheidene zijner krijgslieden ernstig ziek werden tengevolge van het gebruik van honig, die hoogst waarschijnlijk ingezameld was op Azalea pontica, eenen fraaijen heester, die daar veel in het wild groeit, doch die ook in onze tuinen algemeen voorkomt, in het oogvallend herkenbaar aan zijne geurige, helder-gele bloemen, welke zich nog vóór de ontwikkeling der bladeren vertoonen.
Nog heden ten dage heeft, volgens een schrijven van k.c. abbot te Trebizonde (Dec. 1833), de honig in die streken dronkenmakende eigenschappen, aan de daar zeer algemeene Azalea pontica toe te schrijven (froriep's Notizen XLII, p. 2 1 7—218). Ook door andere reizigers is hetzelfde waargenomen.
Lamberti verhaalt het ook voor Mingrelië, waar datzelfde gewas mede veelvuldig voorkomt. Loudon (Encyclopaedie der Landwirthschaft I, p. 133) zegt, dat de honig, welke de bijen te Oczakow en op eenige andere plaatsen in Polen op Azalea pontica inzamelen, bedwelmende eigenschappen heeft. In de berigten opgemaakt naar alefeld, in de Agronomische Zeitung van 1857, p. 396, wordt dezelfde nadeelige werking ook toegeschreven aan onze gewone Rhododendron (Rh. ponticum), hetgeen mij echter minder waarschijnlijk voorkomt, omdat deze heester in onze tuinen enz. zoo algemeen gekweekt wordt en jaarlijks zoo rijkelijk bloeit, zonder dat hiervan ooit, zoover ik weet, hier te lande nadeelige gevolgen zijn opgemerkt.
Dr. lusser verhaalt van een geval van vergiftiging van twee personen te Spiringen in Zwitserland, hetwelk waarschijnlijk veroorzaakt