Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/274

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
248
PHONOGRAPHIE.

Ware toonschrijvers zijn de later door duhamel en door wertheim uitgevonden en gebezigde toestellen. Beide komen daarin met elkander overeen, dat men daarin aan een toongevend ligchaam, en wel aan dat deel daarvan, dat bij het trillen zich het sterkst beweegt, eene stift bevestigd vindt, die mede trilt, zoodat de punt daarvan heen en weder wordt bewogen. In den eerstgenoemden toestel nu bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid dier punt een met eene dunne laag lampzwart bedekte cylinder, die met eene gelijkmatige snelheid rondgedraaid wordt en zich daarbij schroefvormig voortbeweegt. De schrijfspits neemt nu het lampzwart weg op alle plaatsen waar zij bij hare bewegingen aan den cylinder raakt, en men verkrijgt dus bij elke proef op dezen cylinder eene zigzaglijn, waaruit en waarop men als de omwentelingssnelheid des cylinders bekend is, de hoeveelheid trillingen in eenen bepaalden tijd, dus de hoogte des toons, en bovendien de trillingwijdte, dat is de sterkte van den toon, de meerdere of mindere regelmatigheid der trillingen enz. kan berekenen of aflezen. Slechts in nevenbijzonderheden is de toestel van wertheim onderscheiden van dien van duhamel. Hoe belangrijk voor de geluidsleer en de mechanica nu ook de uitkomsten wezen mogen, door deze beide geleerden met deze toestellen verkregen, het is klaar, dat zij het probleem, dat ons hier bepaaldelijk bezig houdt, geene schrede verder bragten. Immers, vertoonden zij in dit opzigt aan den eenen kant eenen aanmerkelijken vooruitgang, daar zij eene geheele rij van toonen achtereen konden opschrijven, elk op eene wijze, die blijvend herkenbaar is, aan den anderen kant werd dit voordeel weder geheel uitgewischt door de omstandigheid, dat alleen de toongevende ligchamen zelve dit opschrijven moesten verrigten.

Geheel hetzelfde geldt van de proefnemingen van schafgotsch en van lissajous, die wij hier slechts noemen omdat zij beide wel is waar zigtbare effekten van toonen opleveren, maar toch tot het opschrijven daarvan slechts zeer indirekt betrekking hebben.

Nu omstreeks twee jaren geleden werden er eerst eenige korte en daarna meer omstandige berigten verspreid aangaande le phonautographe, appareil pour la fixation graphique des bruits, des sons et de la voix, par monsieur leon scott. Men ziet, dit werktuig beloofde naar zijne