Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/282

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
256
DE VIJGENBOOM OP DE KANARISCHE EILANDEN.

Deze vruchten, die in talrijke verscheidenheden geteeld worden, zijn een belangrijk voedingsmiddel voor de mindere klassen en tevens een gezocht ooft, dat ook op de tafels der aanzienlijken gedurende den zomer 's morgens noch 's middags mag ontbreken. Men heeft op Madera ronde, appelvormige en langwerpige, peervormige vijgen, die bij rijpheid uitwendig geel, roodachtig of violet gekleurd zijn, en ook inwendig verschillende tinten vertoonen. In de aan de noordzijde van Madera gelegene Ponta del gada worden de beste vijgen gekweekt, zij worden echter niet, zoo als dit in het Oosten, in Spanje en Portugal geschiedt, gedroogd en verzonden, maar versch gebruikt. Uit Hierro, het kleinste der Kanarische eilanden, verzendt men sedert eenige jaren gedroogde vijgen, die met de Smyrnasche vijgen in grootte wedijveren, maar deze in zoetheid overtreffen; de Hierro-vijgen bereiken echter Europa niet, maar worden op de Kanarische eilanden zelve verbruikt.

De vijgen bevatten, zooals bekend is, eene groote hoeveelheid kleine, ronde zaden; deze nu zijn bij de Madera-vijgen alle onvruchtbaar, ofschoon de mannelijke bloemen niet ontbreken en in andere zuidelijke landen wel degelijk ontkiembare zaden van vijgen bekend zijn. Men zegt, dat de bevruchting der vijgen door tusschenkomst van een insekt plaats grijpt, dat, van de eene naar de andere bloem kruipende, het stuifmeel overbrengt (de zoogenaamde caprificatio). Zoude dit insekt welligt op Madera niet worden gevonden?—De vijgenboomen worden dan ook op Madera natuurlijk altijd van stekken gekweekt.