Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/467

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
53
WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

men van zulk eene plaats weg, dan werden ze al minder en eindelijk in het geheel niet meer hoorbaar, roeide men nu terug, dan vernam men ze weder, en op dezelfde plaats als vroeger waren ze weder het duidelijkst. Dit bevestigt de meening der inboorlingen, die geen visschen, maar bepaaldelijk weekdieren aanwijzen als deze geluiden voortbrengende. T. is er evenwel niet in geslaagd om van de toen en later aan hem gezondene levende dieren, alle Cerithien, als hij ze in water geplaatst had, eenig geluid te vernemen. Dit en de omstandigheid, dat dit geslacht in alle poelen aan de kust in ruime mate voorkomt, terwijl toch de geluiden alleen in het meer van Batticaloa worden gehoord, doel hem aarzelen om juist deze dieren voor de oorzaak daarvan te houden. Van den anderen kant is evenwel de mogelijkheid niet te ontkennen, dat zij door dieren van een verwant geslacht worden voortgebragt, daar reeds vroeger Dr. grant heeft medegedeeld, dat hij van levende Tritonia arborescens in een glas met zeewater geluiden heeft gehoord, als of men met een ijzerdraad tegen den rand van het glas tikte.

Op nog andere plaatsen, zegt tennent, aan de westkust van lndië, vooral in de haven van Bombay, en ook te Caldera in Chili, uit de zee nabij de landingsplaats, worden soortgelijke toonen gehoord.

Ln. 
 

Waterontleding met koperen elektroden.—De heer gaston planté heeft (Archives des Sciences naturelles VIl, p. 332) een verschijnsel beschreven, door hem waargenomen bij de ontleding van water met 0,1 volume zwavelzuur vermengd, toen hij zich daarbij van rood koperen elektroden en van den stroom van 10 bunsen-elementen bediende. Reeds vroeger, met twee elementen werkende, had hij daarbij een snel afnemen der stroomsterkte door de vorming van eene oxydlaag op de positive elektrode waargenomen, die hij door eene toeneming in stroomkracht zag gevolgd worden, die hij aan het oplossen der oxydlaag door het zuur toeschrijft. Met den sterkeren stroom der 10 elementen zag hij die oxydlaag na weinige seconden in schilfers afvallen, waarna zich eene nieuwe vormde, die weder afviel, en zoo herhaalde zich dit en de daaruit voortkomende vermeerderingen en verminderingen der stroomsterkte verscheidene malen. Maar eindelijk hield dit op en nu zag hij een merkwaardig verschijnsel. Een gesis, zooals men hoort wanneer een gloeijend metaal met water in aanraking wordt gebragt, deed zich hooren en van het boveneind der draadvormige positive elektrode steeg aanhoudend eene menigte fijn verdeelde vaste slof, soms in vlokken op. Na de proef vertoont zich de draad toegespitst en dikwijls over de lengte duidelijk gegroefd. Enkele malen ziet men ook niet van het uiteinde, maar van eenige andere plaats des draads deze opstijging plaats hebben.