Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/470

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
56
ALBUM DER NATUUR. — WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

van den afzender aflezen. Doch de wijzen, waarop men de hoogte van de waterkolom veranderen kan, vereischen te veel tijd of zijn te omslagtig om in praktijk te kunnen worden gebragt, en de lucy heeft daarom een ander middel voorgeslagen om van het in den toestel voorhanden water gebruik te maken. Die toestel wordt te dien einde in zoo ver gewijzigd, dat de vertikale buizen vervangen worden door twee recipiënten vol water, die boven gesloten zijn door eene zeer dunne koperen plaat of door een daarover gespannen caoutschou-blaas. Slaat men met een stokje op een der gespannen blazen, dan plant de in het water voortgebragte trilling zich met eene verbazende snelheid voort en brengt de blaas aan het tegenovergestelde einde in beweging. Verscheidene achtereenvolgende, elkander snel opvolgende slagen veroorzaken op de blaas aan het andere eind volkomen overeenkomstige trillingen. Daar nu de trillingen in het water zich met eene snelheid van 1330 meters in ééne sekonde voortplanten, zoo zou, indien zulk een watertelegraaf tusschen Calais en Dover bestond, de eerste trilling ongeveer 18 sekonden noodig hebben om hel kanaal over te steken, terwijl de overige dadelijk zouden volgen. Voor den overtogt van Ierland naar Noord-Amerika zou de eerste trilling een half uur behoeven. Aan de blaas ter plaatse der ontvangst van het sein met een kleine hefboom worden bevestigd, die beurtelings rijst en daalt. Zoo aan het uiteinde van dezen hefboom eene scherpe punt bevestigd is, zal de telegram zich zelven schrijven op eene papierstrook, die, even als hij den telegraaf van morse, door middel van een opgewonden raderwerk gedurig ontrold wordt. (l. figuier, l'Année scientifique et industrielle, 4e année, pag. 32.)

 

Voortduring der lichtbeelden op het netvlies.—Hiervan verhaalt prof. stevelly twee voorbeelden, die, hoezeer niet eenig in hunne soort, toch vrij opmerkelijk zijn. Eens had hij over dag een zwerm bijen lang nagestaard, terwijl deze in de lucht rondzwierf, 's Avonds naar bed gegaan zag hij dezen zwerm, waarvan het beeld den geheelen namiddag latent gebleven was, weder duidelijk voor zich. Een ander maal had hij, zonder er aan te denken, de oogen gevestigd op een uithangbord, dat zeer sterk door de zon beschenen werd. Toen hij verder gegaan was, verscheen plotseling voor zijne oogen een uithangbord, waarop hij duidelijk in roode letters las: John johnson et cie. Hij keerde nu terug, en zag dat dit inderdaad het opschrift van het door de zon beschenen uithangbord was. (l. figuier, ibid, pag. 47).