Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/510

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
96
ALBUM DER NATUUR.

op den bodem moeten vallen, zoo is die lucht zelve zeer arm daaraan, en de ballons zullen daarom later slechts in weinige gevallen organismen vertoonen. Het omgekeerde heeft plaats in eene bewogene lucht, de buitenlucht b.v. De meerdere of mindere aanwezigheid van kiemen in de lucht verschilt overigens zeer naar de plaatselijke gesteldheid en andere omstandigheden. Lange stilte, en ook regen verminderen het aantal er van, schoon zomerweer vermeerdert het.—Hoe komt het eindelijk, dat in voor verrotting vatbare stoffen onder kwik, bij toetreding van zorgvuldig gecalcineerde lucht, zich toch organismen ontwikkelen? Omdat de kwik vol kiemen zit, gelijk door proeven bewezen kan worden. (Compt. rend., Tom. LI, pag. 348).

D.L.