Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/113

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
91
HET KEUKENZOUT.

steenolie, bewaard worden, omdat het de zuurstof uit den dampkring met graagte tot zich neemt, en dan weder tot den staat van soda terugkeert. Het kan gesneden en gekneed worden als was, en heeft op de doorsnijdingsvlakte eene glinsterende loodkleur, die weer aanstonds verdwijnt en voor een laagje soda plaats maakt, dat de zuurstof der lucht er op doet ontstaan.

Onder den vorm van soda komt het sodium menigvuldig voor; het vertoont zich in de oudste zoowel als in de jongste formatiën.

Het andere bestanddeel van het keukenzout is de chloor, een van de gewigtigste en merkwaardigste elementen, dat echter nooit onverbonden in de natuur voorkomt, maar in het keukenzout buitengewoon menigvuldig in de aarde is verspreid. Het is een gasvormig ligchaam, dat men uit een mengsel van bruinsteen, keukenzout, en met water verdund zwavelzuur of uit bruinsteen en zoutzuur ontwikkelt. Het is omtrent 2½ maal zoo zwaar als de dampkringslucht, heeft eene groenachtige kleur en een onaangenamen, sterk prikkelenden reuk; dit gas veroorzaakt bij inademing doorgaans een aanhoudend hoesten en kan zelfs den dood ten gevolge hebben.

Het laat zich vrij gemakkelijk door drukking en afkoeling in den vochtvorm brengen. Het chloor levert het tamelijk zeldzame verschijnsel op, dat het met een metaal een zout kan vormen, terwijl verreweg de meeste andere zouten door zuren en metaal-oxyden worden tot stand gebragt. Het wordt door water zeer gemakkelijk opgelost. Een deel water neemt 2¾ even groot deelen chloorgas op. Chloor verbindt zich gaarne met andere ligchamen met al de metalen dus ook, zonder uitzondering. Zooals gezegd is, kan men door sodiummetaal in chloorwater te werpen keukenzout doen ontstaan.

Zooveel slechts over de chemische zamenstelling van het keukenzout.

Nu volge een enkel woord over zijne eigenschappen. Het heeft een eigenaardigen, zoet zouten smaak, waarin wij ons nimmer vergissen. Zijne hardheid komt overeen met die van de nagels der vingers, en het heeft eenen bijzonderen vochtigen glasglans.

Het kristalliseert in kleurlooze teerlingen of kuben of in een vorm, die zich tot een kubus laat herleiden. In het zuivere klipzout, zooals het uit de aarde komt, laat zich die kubusvorm zeer goed onderkennen,