Pagina:Album der Natuur 1861.djvu/115

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
93
HET KEUKENZOUT.

in minderen graad, door bevochtiging van het zout, bedrog kan gepleegd worden.

Volkomen zuiver keukenzout trekt geene vochtdeelen uit den dampkring aan; in het gewone keukenzout zijn het de daarbij gemengde stoffen, van chloormagnesium en chloorcalcium, die het zout hygroskopisch maken, dat is vocht doen aantrekken. Het watergehalte van het zout bedraagt 2,5 tot 5,5 percent.

Door verhitting knapt en springt het zout, omdat alsdan het water, dat tusschen de plaatjes der kristallen ligt, en van het moederloog afstamt, zich begint uit te zetten, waardoor dan het kristal springt. Het zout van Wieliczka vertoont dikwerf te dezen aanzien een vreemdsoortig verschijnsel. Als men een stuk er van namelijk in water werpt en oplost, begint het geweldig te springen en te knetteren. Men schrijft dit daaraan toe, dat het kleine luchtblazen bevat, die waarschijnlijk met koolwaterstof gevuld zijn, en zich plotseling uitzetten, wanneer de wanden hunner gevangenis ineen vallen.—In sterke gloeihitte smelt zout, en wordt eene kleurlooze, olieachtige vloeistof, bij witte gloeihitte vervlugtigt het, zonder verandering te hebben ondergaan.

Zout is in water zeer oplosbaar; 100 deelen lossen bij 12° C. 36 deelen keukenzout op. Het is zeer opmerkelijk, dat het in heet water bijna in geene grootere hoeveelheid oplost dan in koud. Dit is bij geen ander zout het geval.

Volgens de nieuwste waarnemingen bevat een kan verzadigde keukenzout-oplossing, bij 15°, die dan bijna een gewigt van 1,205 pond heeft, ongeveer aan keukenzout 0,3185 pond, en aan water 0,8887 pond.

Om de verhouding van het keukenzout in eene oplossing uit te drukken, bezigt men het woord procentsgehalte. Eene 15 procentsoplossing bestaat dus op 100 gewigtsdeelen uit 15 gewigtsdeelen zout en 85 deelen water. De graadsterkte eener oplossing beteekent de hoeveelheid gewigtsdeelen water der oplossing, die 1 gewigtsdeel zout bevat: zoo is dan eene 16 gradige oplossing zulk eene, die 1 gewigtsdeel keukenzout op 16 deelen water inhoudt. Het kookpunt van eene oplossing stijgt met haar zoutgehalte. Zie hier een viertal opgaven daaromtrent: